Pieter Pieterz Pater

Aantekeningen:

Ongehuwd. Hij wordt op 9-1-1854 opgenomen in het Gesticht Meerenberg. Zijn vader verblijft daar dan al vanaf 21-6-1851. Na 'n proefperiode van 4 weken wordt het volgende verslag gemaakt: Bovengenoemde lijder heeft gedurende de 4 weken van zijn verblijf alhier verschijnselen opgeleverd van krankzinnigheid, onder de vorm van Imbiciliteit gepaard met manie, die zich openbaart door verregaande onverschilligheid, eigenzinnigheid en koppigheid, door aanhoudende zucht tot plagen; door zeer groote beweeglijkheid en tijdelijke opgewektheid enz. Zoodanig dat de verleninging van zijn verblijf alhier voor een eerste proefjaar noodzakelijk is. Opgetekend Meerenberg 6-2-1854 door F.V. Opdorp. Hij wordt op 30-12-1854 weer ontslagen met de aantekening "hersteld". Er is 'n kopie van zijn dossier met nummer 727, Gesticht Meerenberg.
Op 16-11-1859 is bij vonnis van de arrondisementsrechtbank te Hoorn Jan Kuiper benoemd tot curator van Pieter. Op 3-11-1860 wordt Jan Kuiper door de kantonrechter officieel benoemd tot curator en zijn broer Pieter Kuiper tot toeziend curator. Hij komt op 7-2-1876 uit Bloemendaal en woont dan bij zijn halfbroer Jan Kuijper.