| |
 1909 - 1967 (57 )
-
| Naam |
Hendrik Pater |
| Geboren |
28 dec 1909 |
Schottershuizen, Zuidwolde  |
| Geslacht |
Mannelijk |
| Beroep |
landbouwer |
| Overleden |
03 mrt 1967 |
Zuidwolde |
| Persoon-ID |
i191 |
Pater Reestdal |
| Laatst gewijzigd op |
4 okt 2005 |
| Vader |
Hendrik Pater, geb. 16 aug 1874, Schottershuizen, Zuidwolde , ovl. 17 aug 1936, Zuidwolde (Leeftijd 62 ) |
| Moeder |
Klaasje Dekker, geb. 22 aug 1884, Zuidwolde , ovl. 14 mei 1968, Schottershuizen, Zuidwolde (Leeftijd 83 ) |
| Getrouwd |
12 apr 1907 |
Zuidwolde [1] |
| Aantekeningen |
- Hendrik en Klaasje woonden vanaf april 1907 in een boerderij (uit 1696) te Schottershuizen (eerst nr. A/140 werd later A/177, daarna A/206 en nog weer later A/288, nu nr. 27), welke zo'n 130 meter van de hoofdweg lag en te bereiken was via een 'boeren'zandpad. Het was een gemengd bedrijf met landbouw en veeteelt. Op het land werd o.a. rogge, haver en tarwe verbouwd, koeien en varkens werden gehouden voor de melk en voor de slacht, kippen zorgden voor de eieren, die op de eiermarkt bij cafe 'de Linde' van cafehouder Jan de Vries te Steenbergen, gemeente Zuidwolde, werden verkocht. Hendrik en Klaasje gingen elke week met z'n tweetjes, met paard en wagen naar de eiermarkt. Deze markt werd langs de straat gehouden, hetgeen goed mogelijk was omdat er nauwelijks autoverkeer was. Bij regenachtig weer stond men onder een soort overkapping achter het cafe. Eenmaal per jaar gingen ze naar de Ommer Bissing (een jaarmarkt) om daar o.a. het vee te verhandelen.
Vader Hendrik leefde een beetje nonchalant, maar moeder Klaasje was een goede, oppassende vrouw, die haar best deed om de boerderij en de huishouding draaiende te houden, wat in het begin van de twintigste eeuw, zonder machines, geen eenvoudige opgave was.
|
| Gezins-ID |
F48 |
Gezinsblad | |
| Gezin |
Hendrik Pater, geb. 28 dec 1909, Schottershuizen, Zuidwolde , ovl. 03 mrt 1967, Zuidwolde (Leeftijd 57 ) |
| Getrouwd |
30 sep 1948 |
Zuidwolde |
| Type: Civil |
| Aantekeningen |
- Voor haar huwelijk was Annigje als dienstmeid in dienst bij boer Kwint.'s Ochtends om vier uur ging ze met de knecht de weilanden in om te helpen bij het melken van de koeien. De volle melkbussen moesten om zeven uur aan het water staan, zodat de melkrijder ze naar de melkfabriek kon vervoeren. Voor Annigje was het dan hard werken om het melkgerei, zoals 'pullen', zeven en emmers weer schoon te boenen en te drogen te leggen. Dit ritueel herhaalde zich 's middags om vier uur nog een keer. Verder moest ze in de huishouding helpen met wassen, strijken, schoonmaken, poetsen e.d., wat in die tijd allemaal met de hand moest gebeuren. Haar salaris bestond uit drie gulden per week plus kost en inwoning.
Enkele jaren na de Tweede Wereldoorlog trouwden Hendrik en Annigje. Ze gingen wonen in de boerderij van vader en moeder Pater op Schottershuizen, in de gemeente Zuidwolde.
Zuidwolde was in die tijd een klein dorp met een brink en daar om heen enige boerderijen. Rondom het dorp lagen enkele gehuchten (buurtschappen) zoals Schottershuizen. Hoewel er niet veel woningen stonden in de gemeente Zuidwolde, waren er in 1948 wel zesduizend inwoners. Zuidwolde had bovendien een boterfabriek, een molen, de beschuitfabriek van Bosker en broodbakkerij Drost.
Hendrik en Annigje zetten het gemengd bedrijf op dezelfde wijze voort echter aangevuld met een agentschap van Visser Tuinzaden uit Steenwijk, waarvoor ze boekjes bij de inwoners van de gemeente Zuidwolde bezorgden, zodat ze later aan deze mensen pootaardappelen, zaden, pootplantjes e.d. konden verkopen. Verder was hun boerderij een uitgiftepunt van de Boermarke voor verhuur van landbouwwerktuigen. Door deze aktiviteiten kwamen er veel mensen bij de familie Pater over de vloer.
In de maand november werden er varkens geslacht en af en toe ook weleens een 'pink'. Voor de beide kinderen Henk en Klaasje werden speciaal twee kleine worstjes gemaakt, die aan de wiemel te drogen werden gehangen, naast de achterhammen e.d., zodat ze rond kerstmis gegeten konden worden. De handgemaakte worsten waren onovertreffelijk van smaak. De buurtbewoners werden in de slachtmaand voorzien van een 'hutspottie' met een leverworst en een bloedworst. Volgens Annigje ging vaak het lekkerste weg en zelf hielden ze de resten over. Maar gelukkig ontvingen ze later van de andere slachtende boeren in de naaste omgeving zelf ook weer 'hutspotties'. Kippen werden vaak alleen geslacht als ze van de leg af waren. Dochter Klaasje weet zich anno 1996 nog te herinneren, dat het vervoer van hooi, mest, melkbussen e.d. met de 'wupkarre' ging, welke werd getrokken door een paard.
|
| Kinderen |
|
| Laatst gewijzigd op |
31 aug 2004 |
| Gezins-ID |
F50 |
Gezinsblad | |
-
-
| |
