|
1796 - 1871 (75 )
-
Naam |
Hendrik Pater |
Geboren |
07 jan 1796 |
Leeuwarden |
Gedoopt |
24 jan 1796 |
Leeuwarden |
Geslacht |
Mannelijk |
Beroep |
zilversmid, blauwverver, linnenverver en marktmeester |
Overleden |
09 nov 1871 |
Leeuwarden [1] |
Aantekeningen |
Uit de Leeuwarder Courant van zaterdag 6-1-1996.
Menslievende blauwverver bekommert zich om drenkelingen
Dossier Leeuwarden door Jaap Hellinga
Dit is een aflevering in een reeks historische verhalen over de stad Leeuwarden.
De artikelen komen tot stand in samenwerking met het Leeuwarder Gemeentearchief, dat een schat aan opmerkelijke, vaak bizarre gegevens over vroegere Leeuwarders bevat.
BLAUWVERVER Hendrik Pater en zijn vrouw Gaetske Riemersma moeten het goed met de mensheid voor hebben gehad. Het winterde al enige dagen in de Friese hoofdstad en de grachten waren op 31 januari 1831 dan ook dichtgevroren. De ijslaag was echter nog dun en op verschillende plaatsen onbetrouwbaar. Maar ook in de vorige eeuw waren er genoeg waaghalzen die zich daar niet door lieten afschrikken. Tientallen Leeuwarders bonden de ijzers onder voor een tochtje over de bevroren wateren in en rondom de stad.
Pater vreesde dat "het broze ijs, aan den invloed der middagzon blootgesteld, eenmaal voor het gewigt der zorgelooze schaatsenrijders zoude bezwijken". Vanwege zijn werk als "blaauwverver", hij verfde stoffen, was de ambachtsman vaak op de stadswallen en binnensingels te vinden. Hij had een goed zicht op de kwaliteit van de ijsvloer en die boezemde hem weinig vertrouwen in.
Op de ochtend van 31 januari had Pater nog verschillende bakens uitgezet "of laten uitzetten, langs de plaatsen op het ijs, waar hij hetzelve gevaarlijk rekende". Natuurlijk waren er eigenwijze lieden die zich niets van de waarschuwingstekens aantrokken.Het kon niet uitblijven. Rond een uur 's middags liepen de eerste twee al een nat pak op.Zij hadden zich binnen het afgebakende vak gewaagd en waren er prompt door het ijs gezakt.
Slechts met veel moeite kon het onfortuinlijke duo op de kant worden geholpen, waarna Pater en zijn echtgenote de schaatsers "in hunne woning hulp verleenden, verzorging en verkwikking edelmoediglijk aanboden en in persoon toedienden".
De geredden waren nog maar net vertrokken, of er deed zich een tweede ongeluk voor.Niet ver van het eerste wak waren opnieuw mensen door het ijs gezakt. Twee vrouwen waren in zorgelijke toestand op de oever getrokken. Hoe lang ze in het het ijskoude grachtwater hadden gelegen, blijft duister. Wel is duidelijk dat de slachtoffers er uitermate slecht aan toe waren.
"Pater, op het gerucht toegesneld, wendde niet alleen zelf pogingen tot redding aan, maar stelde, ofschoon niet ver vandaar verschillende herbergen stonden, zonder eenig aarzelen zijn huis open voor schijnbaar levenlooze drenkelingen". Beiden werden de woning binnengedragen en vervolgens in afzonderlijke vertrekken "opgenomen, verpleegd en op de bedden der huisgenooten gelegd".
"Het was een treffend schouwspel, hoe onder de toevloeyende menigte waarmede het niet zeer ruime gebouw al spoedig opgevuld was, Pater en zijne huisvrouw zich in de weer stelden voor de ongelukkigen; hoe deze hare krachten aanwendde, kasten ontsloot om kleederen, linnengoed en verplegingstukken te verschaffen; hoe gene van elders brandewijn en wrijvingsmiddelen met milde hand aanbragt en toediende."
Ondanks de verwoede reddingspogingen zou er zich een drama in het huisje van de blauwverver afspelen. "Aan de eerste drenkelinge werden, bij behoorlijke verwarming, de middelen der kunst aangewend, welke voor de tweede, vruchteloos bevonden werden."
De schaatsster blies haar laatste adem uit. "Welk eene blijdschap aan den eenen kant de gevoelige man liet blijken, toen de eene drenkeling teekenen van leven openbaarde, en hoe integendeel zijn hart tot hooggaande "ontroering kwam bij de tijding, dat de andere gestorven was."
De overlevende werd nog enige tijd in het huis van Pater verzorgd. De zes kinderen van het gezin moesten zich zolang maar anders behelpen "tot dat de drenkelinge in behouden staat, eerst den volgende voormiddag, dit verblijf van menschlievendheid verliet". De diepbedroefde vader van de gestorven vrouw wilde de Leeuwarder een schadeloosstelling aanbieden. Daar moest Pater niks van weten.
Zoveel goedheid, dat wekte uiteraard de nodige bewondering bij de stadsgenoten. Het stedelijk bestuur deed een vergeefse poging de edelmoedige Leeuwarder te belonen. Het was uiteindelijk de Maatschappij Tot Nut van 't Algemeen die met een passende beloning voor Pater en Riemersma kwam. Het echtpaar ontving een zilveren medaille en een getuigschrift, waaruit voor dit artikel veelvuldig werd geciteerd. Een financiële vergoeding bleef Pater consequent weigeren: "Ik heb mijn pligt gedaan, en geen geld moet mij dat bewustzijn in mijn binnenste ontnemen."
|
Persoon-ID |
I13 |
Pater Leeuwarden |
Laatst gewijzigd op |
6 jun 2020 |
Vader |
Joannis Georgius Pater, ged. 16 jul 1766, Leeuwarden , ovl. 14 okt 1833, Leeuwarden (Leeftijd ~ 67 ) |
Moeder |
Grietje (Hendriks) Suidhoff, geb. (00-00-1763), Leeuwarden , ovl. 13 mei 1830, Leeuwarden (Leeftijd ~ 37 ) |
Ondertrouw |
22 apr 1791 |
Leeuwarden |
Getrouwd |
08 mei 1791 |
Leeuwarden |
Getrouwd |
08 mei 1791 |
Leeuwarden |
- Op 7 december 1792 deed Jurjen Pater belijdenis bij dominee Eppens in de Westerkerk te Leeuwarden, tegelijk met zijn echtgenote Grieje Hendriks Zuidhof en haar zusje Wopke Hendriks Zuidhof. Grietje en Wopke zijn bij deze gelegenheid tevens gedoopt.
Jurjen woonde met vrouw en kinderen in het oude centrum van Leeuwarden, in het huis van zijn vader, aan de Kleine Kerkstraat.
|
Gezins-ID |
F4 |
Gezinsblad | |
Gezin |
Taetske Riemersma, geb. (00-00-1795), ovl. 29 mrt 1850, Leeuwarden |
Getrouwd |
24 sep 1815 |
Leeuwarden [1] |
Type: Civil |
- Bij zijn huwelijk was Hendrik, evenals zijn vader, zilversmid. (Merkteken is bekend). Hendrik was ook nog linnenverver en marktmeester.
|
Aantekeningen |
- De ouders van Taetske waren in 1815 beiden overleden, waardoor haar voogd bij het huwelijk aanwezig was; genaamd Anne Jacob Rodenburg.
|
Kinderen |
| 1. Johan Georg Pater, geb. 10 mrt 1816, Leeuwarden , ovl. 29 jul 1816, Leeuwarden (Leeftijd 0 ) |
| 2. Johan (Riemersma) Pater, geb. 22 aug 1817, Leeuwarden , ovl. 29 dec 1851, Leeuwarden (Leeftijd 34 ) |
| 3. Grietje Pater, geb. 25 okt 1819, Leeuwarden , ovl. 20 nov 1843, Kollumerland (Leeftijd 24 ) |
| 4. Johan Georg Pater, geb. 15 apr 1822, Leeuwarden , ovl. 30 aug 1822, Leeuwarden (Leeftijd 0 ) |
| 5. Johan George Pater, geb. 12 sep 1823, Leeuwarden , ovl. 02 nov 1853, Leeuwarden (Leeftijd 30 ) |
| 6. ALbertina Pater, geb. 18 aug 1826, Leeuwarden , ovl. 20 dec 1904, Groenlo (Leeftijd 78 ) |
| 7. Jan Pater, geb. 29 jan 1829, Leeuwarden , ovl. 12 jan 1853, Leeuwarden (Leeftijd 23 ) |
| 8. Frans Pater, geb. 07 apr 1831, Leeuwarden , ovl. 17 mrt 1889, Groningen (Leeftijd 57 ) |
| 9. Johan Pater, geb. 01 aug 1833, Leeuwarden , ovl. 12 nov 1833, Leeuwarden (Leeftijd 0 ) |
| 10. Johan Pater, geb. 01 sep 1835, Leeuwarden , ovl. 21 aug 1865, Hellevoetsluis (Leeftijd 29 ) |
|
Laatst gewijzigd op |
6 jun 2020 |
Gezins-ID |
F14 |
Gezinsblad | |
-
| |