Joop heeft veel over zijn familie verteld. Hij is bij zijn vader in de zaak begonnen. Zij verkochten toen ook al brillen waardoor hij zich verder in de optiek specialiseerde. Dit heeft zijn hele leven geboeid. In die tussen tijd leerde hij Hendrika kennen die verpleegster was. Hij heeft zich zelf opgewerkt en toen er een pand naast die van zijn vader vrijkwam is hij daar ingegaan. Zo waren er een opticičen en een zilversmid naast elkaar. Hij had een behoorlijke zaak met drie medewerkers (opticičens).
De Herman Kostelstraat (bij de markt) lag in een wijk in aanbouw. Hij keek nog over weilanden waar hij als jongetje (10-12 jaar oud) een koe heeft zien kalven en waar hij op het spoor keek van een stoomtreintje (thans, 1991, lijn 11). Dit ligt nu midden in de stad. Later is hij nog 4 jaar, als eerste, technisch oogheelkundig assistent geweest in het oogziekenhuis in Den Haag. Hierdoor moest hij op zijn 50-ste nog veel Latijn leren.
Hij was verzot op zijn hobby, elctronica en radio's bouwen. Zo was hij een van de eerste die een stereo ontvanger had.