Dochter Renée verteld: de vader van mijn vader had een kapperszaak en wou graag dat zijn enige zoon die zou overnemen, maar daar had mijn vader geen zin en vertrok als KNIL-soldaat naar Indonesië waar hij ruim twaalf jaar is gebleven, maar moest uiteindelijk terug naar Nederland. Terwijl hij in Indonesië was kreeg hij via brieven contact met mijn moeder en zijn zij getrouwd met de handschoen. Bij terugkomst in Nederland kon hij moeilijk aan het werk komen en via de metaal industrie heeft hij uiteindelijk zijn plek gevonden als bewaarder wat hij nog 26 jaar heeft gedaan. Zodra de Bijlmerbajes gereed was mochten de oud gedienden met vervroegd pension wat mijn vader nog heeft gedaan. Hij heeft daarna nog een tijdje een busje gereden om kinderen naar school te brengen, maar na een enkelbreuk kwam daar een eind aan. Eind jaren tachtig kreeg hij zijn eerste tia en verloor daarbij zijn spraak. Daar mijn ouders bij mij inwoonden konden mijn moeder en ik heb tot nagenoeg het einde thuis verzorgen.