| |
Treffers 2,185 tm 2,210 van 14,223
| # |
Aantekeningen |
Verbonden met |
| 2185 |
Burgerkamp Ngawi. | Pater, John (I769)
|
| 2186 |
Burgerlijke stand 1903 akte no. 154, HUWELIJKSAKTEN
(Data zijn hier in cijfers weergegeven. red.)
Heden den 09121903, zijn voor ons SALOMON FREDERIK DUURVOORT, ambtenaar van den burgerlijke stand te Paramaribo aan het Gouvernements- logeergebouw, gelegen op den hoek van de Gravenstraat en den Grooten Combweg verschenen, teneinde een huwelijk aan te gaan:
GOTTLIEB MARCUS JOSEPH KRAMER
oud 40 jaren, van beroep timmerman, geboren en wonende te Paramaribo, meerderjarige zoon van AMALIA CHRISTINA KRAMER, zonder beroep, wonende te Paramaribo, en
MARGARETHE LEENTJE PATER
oud 44 jaren, zonder beroep, geboren en wonende te Paramaribo, meerderjarige dochter van wijlen BETSIE.
en hebben zij daartoe overlegd:
1e uittreksel uit de geboorte akte 309H van de comparant
2e akten waaruit blijkt, dat de beide afkondigingen alhier de 29 nov. en de 6 dec. dezes jaars, des voormiddags ten +9 ure hebben plaats gehad, welke afkondigingen zonder stuiting zijn afgelopen:
Verklaarde de comparanten:
Dat zij in deze kolonie den 03021859 geboren en de dochter is van wijlen Betsie en dat zij buiten de mogelijkheid is om zich hare geboorte akte of eene akte van bekendheid ter vervanging der geboorte akte te verschaffen, welke verklaring zij met eede heeft bevestigd.
Wijders verklaarden de comparanten bij deze als hun kinderen te erkennen:
1. MARIA CHRISTINA AUGUSTINA ADRIANA;
2. ELIZE JOSEPHINE GEORGINE;
3. MARTIN JULIUS RUDOLF;
4. MARIUS ADRIAAN en
5. NELLIUS JULIUS.
Allen geboren uit de comparante te Paramaribo respectievelijk den:
27051885; 23031889; 19051891; 04101893 en 03071897.
Waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd, of zij elkander aannemen tot echtgenooten en getrouwelijk al de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat zijn verbonden, hetgeen door hen uitdrukkelijk met ja beantwoord zijnde, hebben wij in naam der wet verklaard, dat zij door den echt aan elkander zijn verbonden.
In tegenwoordigheid van HENDRIK MARIUS JOHAN PATER, oud 54 jaren, zonder beroep (gepensioneerd agent van politie) broeder van de comparante en van WILLIAM HILVERSUM, oud 52 jaren, van beroep houthandelaar, beide wonende te Paramaribo, als getuigen.
En is hiervan opgemaakt deze akte, welke na voorlezing door de comparanten, de getuigen en ons is ondertekend.
De ambtenaar van
den burgerlijke stand
S.F. DUURVOORT
G.M.J. Kramer
M.L. Pater
H.M.J. Pater
W. Hilversum
Doordat ze zo lang hebben gewacht met trouwen zijn een paar kinderen door hun vroege overlijden nooit officieel erkend door Gottlieb. | Gezin (F61)
|
| 2187 |
Burgerlijke stand 1908 folio 1316 akte van overlijden.
Aangifte werd gedaan voor Cornelis Frederik WEEDE, door Lodewijk Marius PATER, 37 jaar kleermaker, wonende aan de Saramaccastraat, met als getuigen Henry Franccis ESSER, 33 jaar, ambtenaar wonende aan de Jodenbreestraat en Arthur Leonard OOSTERLING, 36 jaar, opzichter in de goudvelden, wonende aan de Burenstraat, van het overlijden van HENDRIK MARIUS JOHAN PATER, echtgenoot van JOSEPHINA DOROTHEA THURNIM, oud 60 jaren, zonder beroep, gepensioneerd agent van politie, geboren te Paramaribo, gewoont hebbende te Paramaribo, in leven zoon van wijlen ELISABETH BETSY toebehoord hebbende aan MOZES COUTINHO. | Pater, Hendrik Marius Johan (I10)
|
| 2188 |
Burgerlijke stand 1908 folio 1316 akte van overlijden.
Aangifte werd gedaan voor Cornelis Frederik WEEDE, door Lodewijk Marius PATER, 37 jaar kleermaker, wonende aan de Saramaccastraat, met als getuigen Henry Franccis ESSER, 33 jaar, ambtenaar wonende aan de Jodenbreestraat en Arthur Leonard OOSTERLING, 36 jaar, opzichter in de goudvelden, wonende aan de Burenstraat, van het overlijden van HENDRIK MARIUS JOHAN PATER, echtgenoot van JOSEPHINA DOROTHEA THURNIM, oud 60 jaren, zonder beroep, gepensioneerd agent van politie, geboren te Paramaribo, gewoont hebbende te Paramaribo, in leven zoon van wijlen ELISABETH BETSY toebehoord hebbende aan MOZES COUTINHO. | Pater, Hendrik Marius Johan (I8506)
|
| 2189 |
BURGERLIJKEN STAND. Huwelijks akte 1889 NO.7:
Op heden den dertigsten Januari achttien honderd negen en tachtig zijn voor ons LODEWIJK CAREL BATENBURG ambtenaar van den Burgerlijken Stand te Paramaribo aan het Gouvernementslogeergebouw gelegen op den hoek van de Gravenstraat en den Rijweg naar CombΘ verschenen ten einde een huwelijk aan te gaan:
HENDRIK MARIUS JOHAN PATER,
oud een en veertig jaren, van beroep marechaussee der eerste klasse, geboren en wonende te Paramaribo, meerderjarige zoon van wijlen slavin ELISABETH BETSIJ toebehoord hebbende aan MOZES COUTINHO en
JOSEPHINA DOROTHEA THURNIM,
oud vijf en dertig jaren, zonder beroep, geboren en wonende te Paramaribo, meerderjarige dochter van wijlen MARIA CAROLINA THURNIM.
En hebben zij daartoe overlegd, akte waaruit blijkt dat beide afkondigingen alhier op den twintigsten en den zeven en twintigsten dezer maand, des voormiddags ten half negen ure, hebben plaats gehad, welke afkondiging zonder stuiting zijn afgelopen; verklaren de comparanten dat zij buiten de mogelijkheid zijn om zich hunne geboorte akte of eene akte van bekendheid ter vervanging der geboorte akte te verschaffen, welke verklaring zij met eede hebben bevestigd. Wijders verklaarden de comparanten bij deze als hunne kinderen te erkennen:
LODEWIJK MARIUS;
JOHANNA ELISABETH FRANCIS;
EMELIA CAROLINA FRANCIS
ALBERTINA ELISABETH WILHELMINA
HERMAN JACOB;
NELLIJ MATHILDA;
JOHAN EDUARD en
ELISABETH JACOBA,
Allen geboren opt de comparanten te Paramaribo en in stede, het eerst genoemde op twintig Januari achttien honderd ΘΘn en zeventig; het tweede genoemde op zes September achtien honderd drie en zeventig; het derde genoemde op negen April achttien honderd acht en zeventig; het vierde genoemde op tien Mei achttien honderd tachtig; het vijfde genoemde acht Juli achttien honderd twee en tachtig; het zesde genoemde op ΘΘn December achttien honderd vier en tachtig; het zevende genoemde op zeventien Januari achttien honderd zeven en tachtig en het laatst genoemde op zestien December achttien honderd acht en tachtig. Waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd of zij elkander aannemen tot echtgenoten en getrouwelijk al de plichten zullen vervullen welke door de wet aan den huwelijkenstaat zijn verbonden het geen door hen uitdrukkelijk met ja beantwoord zijnde, hebben wij in naam der wet verklaard, dat zij door den echt aan elkander zijn verbonden. In tegen woordigheid van WILLIAM WILLEM HENDRIK MEZAS, oud vier en twintig jaren, van beroep kleermaker en JACOB ALEXANDER BETTING, oud vier en twintig jaren, van beroep schoenmaker, beide wonende te Paramaribo als getuigen, en is hiervan opgemaakt deze akte, welke, na voorlezing door de comparanten, de getuigen en ons is onderteekend.
Ambtenaar van de burgerlijke stand H.M.J. Pater
J.D. Thurnim
C. Batenburg W.W.H. Mezas
J.A. Betting
| Gezin (F3064)
|
| 2190 |
BURGERLIJKENSTAND Overlijdensakte folio 651 DS
Op heden de zeventienden dag der maand Augustus achttien honderd negen en tachtig is voor mij CORNELIS FREDERIK VAN WEEDE ambtenaar van de burgerlijken stand te Paramaribo verschenen
HENDRIK MARIUS JOHAN PATER,
Oud een en veertig jaren, van beroep Marechaussee, wonende aan de Burenstraat, die in tegenwoordigheid van SALOMON ZWAKKE, oud negen en dertig jaren, van beroep agent van politie, wonende aan de Gravenstraat, en van JAMES FRASER, oud acht en veertig jaren, van beroep bode bij het brandwezen, wonende aan de Keizerstraat, als getuige heeft verklaard dat op zaterdag den zeventienden Augustus achttien honderd negen en tachtig des ochtends te vijf ure, in het huis aan de Keizerstraat bekend onder letter D nummer twee en twintig is overleden
JACOB ISAAK RUDOLF PATER,
ongehuwd, oud vijf en veertig jaren, van beroep timmerman, geboren te Paramaribo, gewoond hebbende te Paramaribo in leven zoon van wijlen ELISABETH BETSY, toebehoord hebbende aan MOZES COTINHO.
H.M.J. Pater
Zwakke
Frasser | Pater, Jacob Izaak Rudolf (I7)
|
| 2191 |
Buurtschap Magele: De oude buurtschap Magele behoorde voor 1580 aan het klooster Essen in Duitsland.De buurtschap is waarschijnlijk door het klooster verkregen in de negende eeuw. Het gebied waarop ook het erf Wedelinck stond, is in 1375 door het vrouwenklooster te Essen in erfpacht uitgegevenaan de pastoor te Den Ham. Omstreeks 1580 werden de goederen der geestelijkheid door de provincie geannexeerd. In 1756 werd het erf verkocht en totaal versnipperd in kleine boerderijtjes. Waarschijnlijk heeft Jan willems van de Lin de omstreeks 1756 ook een stukje grond gekocht om te gaan boeren te Magele. De grond waarop hij ging wonen behoorde vroeger dus toe aan de pastoor/pater, evenals al de andere huisjes c.q. boerderijtjes in de buurt. De naam die Jan Willems aannam is dus gebaseerd op de grond waarop hij woonde, nl. Paters (grond). | Pater(s), Jan Gerrits (I5)
|
| 2192 |
buurtschap Vossen | van Milligen, Hendrik (I2950)
|
| 2193 |
buurtschap Vossen. | Gerrits, Hendrikje (I3646)
|
| 2194 |
Buurtschap Westeinde geboren, woonde later Oosteinde te Nunspeet | Pater, Evert (I30)
|
| 2195 |
Buurtweg 8, 3888 NE Meerveld | Pater, Hendrika (I577)
|
| 2196 |
C. Honcoop geeft 30-05-1881. | Gezin (F2100)
|
| 2197 |
Ca 1885 kwam zij in huis bij haar zuster Jannetje om te helpen in de winkel in Heemstede die CFW Schulz in 1883 gekocht had van Jacobus Roest.(bron Ettema)
Heeft zij daar haar neef Arie Pater ontmoet?
Hun jongste zoon is vernoemd naar deze CFW Schulz.
Na het definitieve vertrek ca 1908 en de scheiding van Arie Pater, moest zij zelf in haar onderhoud voorzien. Zij bleef achter met 7 kinderen tussen 8 en 16 jaar oud. Zij leefden van de inkomsten van haar kinderen die allemaal, behalve Johan, vanaf hun 12e moesten werken. De oudste dochter Kniertje had al in 1910 het huis verlaten om intern in dienstbetrekking te gaan. Verder vulde zij haar inkomsten aan met kostgangers. Sommigen bleven zeer lang. Later werd zij in het huishouden ook geholpen door haar kleindochter Alie(van Kniertje) die ook voor 15 cent de schoenen van de kostgangers poetste.
Een van die kostgangers was Fokko Schroor die via een collega van zoon Johan als baby binnenkwam. Hij was met zwakke botten geboren en raakte al snel invalide. Toch is hij nog onderwijzer in Harderwijk geworden.
Op vrijdag 16 april 1943 om 19.30, net na het vertrek van Alie na een schoonmaakbeurt, viel er een bombardement van de Engelse RAF op de Amsterdamse buurt (zij misten het Werkspoor), Cremerplein en Da Costastraat werden zwaar getroffen met 85 doden en meer dan 100 gewonden. Aaltje Raan ontsnapte net door over de schutting te springen. Ze zag haar huis met alles erin instorten en afbranden. Zij werd ondergebracht bij buren en kreeg daarna een huis in de Javastraat. Later werd haar oude huis opnieuw opgebouwd en kon ze weer terug. De sleutel werd haar feestelijk gegeven door haar kleinzoon Charles (van Jan). Na enige tijd zorgden haar zoons Carl en Johan voor hulp in huis tot aan haar dood. Johan en Truus waren er bijna elke zondag en er was altijd wel iemand van haar familie op bezoek.
Op haar begrafenis stond een lange stoet rouwauto's in de straat want al haar kinderen, kleinkinderen en oudste achterkleinzoon met alle partners moesten mee. Voor de kinderen was het toch triest maar de rest had een feestdag. Het was de laatste maal dat alle neven en nichten bij elkaar waren.
Op de rouwkaart werd ook Maartje Steeman genoemd, de laatste hulp, en F. Schroor en familie. Het huis was eigendom en werd aangekocht door Charles met de afspraak dat Maartje er mocht blijven wonen. Het geld werd door de 5 overgebleven kinderen (haar dochter Truus was 2 weken voor haar moeder kinderloos overleden) en Maartje gedeeld. Later is het huis weer doorverkocht en de meeropbrengst werd door Charles gedeeld met zijn familie. Hij deed veel moeite om de band met zijn broers en zuster te bewaren. | Raan, Aaltje (I398)
|
| 2198 |
Ca. 1750 woonde hij op Groot Gooswilgen onder Scherpenzeel. | Pater, Kors (I66)
|
| 2199 |
Ca.1778 verhuist hij van Spierdijk naar Krommeniedijk. In het DTB van de Rijp staat zijn voornaam als Japik. | Pater, Jacob Pietersz (I48)
|
| 2200 |
Caeciliastraat 69. | Marijt, Helena (I13305)
|
| 2201 |
Camerlingh/Kamerling | Camerling, Anna (I88)
|
| 2202 |
Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. | Folsom, Guarin Geoffrey (I6856)
|
| 2203 |
Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. | Folsom, Tiffany Nicole (I6857)
|
| 2204 |
Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. | van der Hoek, Sietske (I869)
|
| 2205 |
Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. | Pater, Willem (I1122)
|
| 2206 |
Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. | DE PATER, Elisabeth Johanna (I195)
|
| 2207 |
Carel was bij zijn huwelijk lakenwerker en woonde op de Waardgragt of op 449 of 499. Toen zijn zuster Elisabeth overleed was hij wever en woonde daar ook nog. In 1929 was hij wever en Protestant Gereformeerd. In 1849 was hij zonder wekr en werd er geen geloof gemeld.
Maria was in 1829 spinster en in 1846 zonder beroep. | Gezin (F4422)
|
| 2208 |
Carmel/Freelton United Cemetery, Wentworth County, ONtario. | Pater, Aart (I652)
|
| 2209 |
Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. | Hoekstra, Caroline (I4957)
|
| 2210 |
Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. | Pater, Carl (I2878)
|
| |
