Aantekeningen


Stamboom:  

Treffers 1,197 tm 1,222 van 14,223

      «Vorige «1 ... 43 44 45 46 47 48 49 50 51 ... 548» Volgende»

 #   Aantekeningen   Verbonden met 
1197 Akte plaats Hilversum. Marijt, Jeanne Cornelie (I18237)
 
1198 Akte te Hasselt Jansen, Gesina (I438)
 
1199 Akte van bekwaamheid als onderwijzer in 1917. Akte van bekwaamheid voor huis en schoolonderwijs in de Vrije En Orde-Oefeningen Der Gymnastiek in 1914 te Amsterdam
Diploma van den Schoolraad voor de Scholen met den Bijbel in 1932. Akte van bekwaamheid als Hoofdonderwijzer in 1936. Zijn eerste school waar hij les gaf was per 15 febr. 1918 BOAZ te Hillegom. Daarna ook o.a.in Utrecht, Heerenveen, Amsterdam (bron: Gezinskaartenlijst) en Den Haag..
Van 1946 tot 1961 was hij directeur van V.N.S. te Rotterdam. Na zijn pensionering in 1961 verhuisde hij naar Enkhuizen en werd daar leraar aan de Christ. MULO tot 1966.
De VNS was een particuliere school voor MULO/HBS/Lyceum aan de Heemraadsingel 89.
Hij was vele jaren een zeer gewaardeerd lid van de Evangelischen Michaelsbruderschaft konvent Westfalen Duitsland. Op zijn 80e verjaardag kwamen veel van zijn Duitse en Nederlandse broeders naar Enkhuizen om een grote kerkdienst ter zijner ere bij te wonen.
Hij was een zeer goede vriend van Willem de Merode(Willem Eduard Keuning) een schrijver/dichter waarmee hij vele reizen maakte tot diens dood in 1939. Hij gebruikte de naam Johan Raan binnen de kringen van de Merode, beide onderwijzer, christelijk en homofiel, wat toen absoluut niet kon.
zie: Hans Werkman: Het leven van Willem de Merode en Willem de Merode Herdacht, een bundel nagedachtenissen.
Tot zijn vriendenkring behoorde ook de schilder Labberton (landschapsaquarellen) die vaak gebruik maakte van zijn gastvrijheid.
Nog in zijn laatste jaren was hij zeer actief binnen de oecumene.
In zijn jeugd was hij afhankelijk van zijn broers die moesten werken om zijn studie te kunnen betalen. Later steunde hij vooral de zoons van broer Arie. Wim omdat dit de oudste kleinzoon in de familie was en Hans omdat hij naar hem vernoemd was. Hij besteedde toch meer aandacht aan zijn neefjes dan aan zijn nichtjes. Ook heeft hij tot haar dood zijn moeder financieel ondersteund en kwam hij elke zondag op bezoek.
In zijn testament werden Wim en Hans, kinderen van zijn broer Arie en Alida , kind van zijn zuster Anna (Kniertje) tot erfgenamen en Hans ook tot uitvoerder van zijn laatste wil benoemd. Sommige familieleden waren daar niet blij mee.

Johan droeg een doctorstitel, was ooit Rector van het Heemraadlyceum in Rotterdam en was ook nog Lector in De Nederlandse taal. Hij beschikte tevens over veel familiegegevens. 
Pater, Johannes Jacob (I163)
 
1200 Akte van Egidius van de Riet, predikant te Utrecht, beide aldaar wonend op de Keijzersgracht te Utrecht??? Bron: Oud diversen. Gezin (F42)
 
1201 Akte van memorie op 29-06-1720 te Rhene (Venendael), getuigen: A.V. Ravenswaeij, Sjaak Middelhoven, Willem Lambesen.
D'Acte geschreven en uijtgegeven
op een segel van 5 gulden.29 e Junij 1720.
Op huijden den 29e Junij 1720 compareerde voor mij Elias Verschuijr, openbaer Notaris door den Ed: Hove van Utregt totte exercitie vandien geedt ende bij de Ed: ende agtbare Magistraet der stad Rhenen geadmitteert, in Venendael residerende ende vor getuijgen naegenoempt,
H e n d r i c k H a r m s e n e n d e G r i e t j e P a t e r egteluijden, wonende in Venendael onder de jurisdictie der stad Rhenen voornoempt, ons Notaris en getuijgen bekent sijnde, hij eerste comparant swachelijk van lighaem, ende sij tweede comparante met ons gaende ende staende dogh beijde haer verstand, redenen ende memorie nae behoren hebbende ende gebruijckende, soo opentlijk bleeck, ende niet anders conde worden bemerckt, ende verclaerden uijt matrimoniele lieffde ende affectie die den een den anderen was toedraegende in cragte vande ordonnantie de cisoir vandien 1 April 1659 ende de ampliatie vanden 18 Januarij 1700 daer op gevolgt, mitsgaders malcanderen reciproque, dus over ende weder over den langstlevende van hun beijden in vollen eijgendom to geven macken ende to bespreecken allen haeren huijsraedt, imboedel en voorts generalijk alle 't geene verders volgens voorgemelte onder andere ordonatien, privilegien off wetten, malcanderen in eijgendom niet connen geven, de ususniet en lijfftogt om sijn off haer levenlang gedurende in regten lijfftogt ende ten lijfftogtregten beseeten to worden ende dat alles met dit bedingh, dat de comparanten haer wille ende begeerte is wanneer den langstlevende met de vrugten niet toe kan off genoeg heeft tot sijn nodigh onderhoudt is boedels, goederen mag vercopen sonder verpligt to wesen reden aende naeste vrinden van den overledenen daer van to geven, die oock niet sullen vermogen vanden langstlevenden aff to vorderen, staet ende inventaris op poene tegen die geene welcke sulx doen van outstervinge, alsoo de welcke verclearde sodaenige van haere erffenisse to secluderen ende de sodaenige in derselver plaetse weder aen to stellen die dan haere uijterste wille nacomen ende in alle obidieren sullen, dogh dit alles onder dit vorder bedingh dat den langstlevende comende aff to sterven als dan de vrinden van beijde de comparanten even nae in alle 't geene compt over to schieten sullen erven ende succederen, willende voorts sij comparanten dat voor nu ende altoos uijt haeren boedel en bewinde sullen sijn ende blijven gesecludeert de Heeren vande Magistraet ende weescamer der stad Rhenen ende voorts generalijck alle der onmundigen Heeren oppervoogden in wiens plaetse tot momboirs ende voogden over derselver natelaetene onmundige erffgenaemen weder aenstellen, die uijt den bloede welcke den langstlevende mag nomineren off in cas die dat niet en doet twee de naesten uijt den bloede aen ijder sijde een, allen 't geene voors. verclaerden de comparanten to sijn haer testament, uijtersten ende laetste dispositie dat sij wilden ende begeerden dat alsoo sijn effect mogt hebben ende sorteren 't sij als een testament, dodicille, gifte onder den levende off uijt seacke des doots, off soo sulx wese in cragte van boven gemelte ordonnatien kan bestaen, schoon alle solemniteijten nae regten gerequireert niet nae behoren mogten wesen geobserveert waer van de comparanten begeerden gehouden to worden voor geexcuseert, versoeckende daer van acte, welcke is dese,
Aldus gepasseert ten huijse vande comparanten, ter presentie van Aelbert van Ravenswaeij, Willem Lambertsz. van Hardeveld, Isack Middelhoven, getuijgen hiertoe speciael versogt die dese minute nevens de comparanten ende mij Notario hebben onderteeckent, op datum als boven.

W.G. Hendrik Harmsen, Grietje Paters, A.v.Ravenswaeij, Sjaak Middelhoven, Willem Lambesen.E.Verschuijr Notaris. vers1720.296 
Tueren, Hendrik (I27)
 
1202 Akte vermeld 31 september. Klooster, Antje (I2156)
 
1203 Akte vermeld: een en zestig jaren. Klooster, Antje (I2156)
 
1204 Akte was op 08-04-1996 nog niet ter inzage. Ook wordt 10 juli 1986 als overlijdensdatum genoemd. Schiphorst, Martinus (I277)
 
1205 Akte Weststellingwerf. Woonde ook in Wolvega, Pater, Matthijsje (I146)
 
1206 Akte: Jennigje. Bij overlijden 88 jr. Vader Jan Molenkamp, Moeder Wilhelmina Jans. Molenkamp, Jennegien (I378)
 
1207 aktedatum! DE PATER, Johanna (I8370)
 
1208 Aktie 31 van de Burgerlijkestand geeft een uittreksel van het register van Overlijden der gemeente Nijmegen.
De letterlijke tekst is:
Heden vier Juni negentienhonderd acht en dertig is door mij, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente CUYK EN SINT AGATHA ontvangen een uittreksel uit het register van overlijden der gemeente Nijmegen, luidende als volgt: Gemeente Nijmegen Provincie Gelderland Arrondissement Arnhem. Uittreksel uit een register van overlijden der gemeente Nijmegen. Op dertig Mei negentienhonderd acht en dertig te half een uren des namiddags is in de gemeente Nijmegen overleden Pater, Karel, oud vier en vijftig jaren, van beroep landbouwer geboren____ en wonende te Cuijk, echtgenoot van van Reeden, Hendrika, zoon van Pater, Dirk en van Pater, Jeanette, beiden overleden. Voor gelijkluidend uittreksel. Vrij van zegel, ingevolge art. 32,6 der zegelwet 1917, juncto art. 50 burgerlijk wetboek. Nijmegen, 3 Juni 1938. De Ambtenaar van den Burgerlijken Stand (getekend) B. de Graaf.
Waarvan akte is opgemaakt en getekend De Ambtenaar van de Burgerlijkenstand (getekend) [F.S. Hobben?] In de marge staat vermeld: De doorhalingen van drie en dertig woorden in nevenstaande akte goedgekeurd (getekend) [F.S. Hobben?]
Hij is overleden aan bloedvergiftiging nadat hij een spijker in zijn voet heeft gekregen. 
Pater, Korst (I5621)
 
1209 Al hun kinderen bleven ongehuwd Gezin (F79)
 
1210 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. Pater, Hendrik (I4146)
 
1211 Al op 10-10-1934 woonde hij alleen in de Brederodestraat 25 hs Gezin (F17)
 
1212 Al op 11 jarige leeftijd moest hij de lagere school verlaten om te gaan werken. Zijn oudere broer Johan moest doorleren en dat ging ten koste van de andere broers. Hij begon in Haarlem bij Beijnes Machine Bouw, onderdelen voor spoorrijtuigen.
Als vurig socialist en sociaal bewogen, net als zijn oudste zuster Anna en broer Arie, werd hij op zijn circa 20e lid van ANMB (Alg. Ned. Metaalbewerkers Bond)
In 1924 trouwde hij en verhuisden zij naar Amsterdam, Palembangstraat 61 naast zijn zuster Truus en zwager Max van Norden. Hij ging werken bij Werkspoor tot de crisisjaren en daarna bij Scheepswerf Dukro + Brauns aan de overkant van het IJ.
In deze periode was hij ook actief in de vereniging Neeltje Pater.
Na de februaristaking in 1941 werd hij opgeroepen voor werk in Duitsland. Hij dook toen onder via zijn zwager Max van Norden bij Henk van Norden in De Lier en ging werken bij Machinefabriek Smit en van Norden.
Daar werd hij onmisbaar en kon na enige tijd, in mei, zijn vrouw en 2 dochters laten overkomen, dit moest in het geheim en binnen 1 dag gebeuren zodat de beide dochters alles in Amsterdam kwijt raakten en vanuit de grote stad in een heel klein dorp terecht kwamen. Honselersdijk in de Amalia van Solmsstraat.
In 1945, als lid van de BS (Binnenlandse Strijdkrachten), werd hij aangesteld als bewaker in kamp Vlaardingen (licht gestraften).
In 1946 kwam hij bij de Keuringsdienst van Waren en in 1948 ging hij naar Robur, een constructiewerkplaats voor tuinbouwgereedschap. Hier bleef hij tot 1960 toen hij met ziekteverlof ging.
Binnen de vakbond was hij kaderlid en had vele functies. Vooral omdat hij altijd zijn sociale hart liet spreken en niet tegen onrechtvaardigheid kon. Hij kon (familietrekje) altijd zijn zin doordrijven op een rustige manier. In het begin was hij jeugdleider en organiseerde kampeertochten in het Gooi. Later werd hij afdelingsbestuurder en gaf ook leiding aan de emigratiecommissie. Als stagebegeleider was hij zeer geliefd.
Ook in de politiek was hij als kaderlid zeer actief.
Op leeftijd gekomen richtte hij in Naaldwijk het Praathuis (voor bejaarden) op. In dit verband was hij de onderhandelaar met de overheid. 
Pater, Jacob (I164)
 
1213 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. Gezin (F534)
 
1214 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. Gezin (F530)
 
1215 Albert en Lammigje zijn nooit getrouwd, doch leefden wel als man en vrouw. Ze woonden waarschijnlijk in een salonwagen.
De eerste jaren van de twintigste eeuw waren niet gemakkelijk. In 1911 bracht keizer Wilhelm de wereld op de rand van een oorlog, wat goed merkbaar was. In 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit, die duurde tot 1918. Vele mensen raakten door deze oorlogsomstandigheden in moeilijkheden. Vooral in het laatste oorlogsjaar heerste aan alle gebrek. Vele arbeiders verdienden ondanks de lange werktijden te weinig om van te leven en te veel om te sterven. Het hoofdvoedsel in de arbeidersgezinnen waren de goedkope aardappels met soms wat groenten en vet, maar als er geen geld was voor vet dan werden de aardappels gegeten met ... azijn en peper.
In die tijd waren er vaak epidemieen van besmettelijke ziekten, zoals cholera, tyfus en tuberculose. Vele kinderen overleefden deze ziekten niet. Lammigje en Albert werden in de jaren van 1910 tot 1919 diverse malen geconfronteerd met het feit dat er een kind overleed. IN 1913 zelfs twee kinderen binnen twee dagen.
De woonwagenwet van 1918 moest een einde maken aan het gebruik van bouwvallige woonwagens. Met talloze voorschriften wilde de overheid voorkomen dat er krakkemikkige wagens op de weg verschenen. De hele woonwagen moest solide zijn, waterdicht en voorzien van meerdere, beweegbare ramen die voldoende licht doorlieten.
De kinderen Herder verlieten als eerste het ouderlijk nest. Helena (17) vertrok in 1916 naar Meppel, Hendrik ging in de eerste vier maanden van 1920 werken in Hoensbroek (Limburg) waarschijnlijk in de mijnen. Eind maart 1921 vertrok hij voor drie jaar naar Malmedy in Belgie, om na een jaartje Schottershuizen uiteindelijk te vertrekken naar Weesperkarpsel. Margje ging trouwen en bleef in Zuidwolde wonen Willem ging op 13 augustus 1925 naar Avereest. Op dezelfde datum vertrokken de overige gezinsleden: Albert Wittenberg, Lammigje Pater en de kinderen Albert Pater, Frederik Pater en Anna Pater van Schottershuizen A/189 naar Duren bij Keulen in Duitsland. Volgens het bevolkingsregister van de gemeente Zuidwolde was Albert in die tijd koopman van beroep.
De Duitsers wilden de 'zwervende' woonwagenbewoners onderbrengen in verzamelkampen, een idee dat overigen al voor de oorlog was geopperd door Nederlandse ambtenaren. Oorlog of niet, een aantal gemeenten protesteerde tegen de aanwezigheid van een verzamelkamp binnen hun grenzen. Zij hadden geen zin om op te draaien voor de kosten die zo'n operatie met zich meebracht. Ze waren ook bang dat een concentratie van woonwagenbewoners tot veel overlast zou leiden. De burgemeester van Ommen wees bijvoorbeeld op het brandgevaar, omdat woonwagenbewoners nogal 'roekeloos met vuur' zouden omspringen. Het is niet bekend hoeveel woonwagens er uiteindelijk in verzamelkampen terechtgekomen zijn. Naarmate de oorlog vorderde, verlieten steeds meer woonwagenbewoners hun wagen, al dan niet onder druk van omstandigheden. Woonwagenbewoners kregen ook - net als andere Nederlanders - te maken met razzia's voor de Arbeitseinsatz in Duitsland.
Moeder Lammigje Pater overleed aan het eind van de Tweede Wereldoorlog. Zij heeft dus opnieuw een oorlog moeten meemaken, welke voor de woonwagenbewoners in het algemeen heel erg moeilijk was.
Na de oorlog kregen woonwagenbewoners hun bewegingsvrijheid terug. De meesten trokken opnieuw in hun oude of in een nieuwe wagen. Het was gebruikelijk dat woonwagenbewoners in het najaar bij de boeren gingen werken om te helpen bij het rooien van aardappels en suikerbieten. Ze zijn tot ver na de oorlog hiermee doorgegaan. 
Gezin (F54)
 
1216 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. Pater, Albert (I9104)
 
1217 Albert is overleden na een lang ziekbed. Verdouw, Albert Willem (I1751)
 
1218 Albert raakte tijdens de Tweede Wereldoorlog vermist. Stoffer, Albert (I61)
 
1219 Albert trouwde op 17-04-1888 te Emmen met Hendrika Karstens. van der Weide, Albert (I15233)
 
1220 Albert van der Pol, werkman, 43 jaar en Dirk Andries Peter, werkman, 32 jaar Pater, Wilhelmina Sophia Frederika (I2263)
 
1221 Albert was a carpenter and then worked for Hormel in Austin, Mn. for 40 years in the slaughterhouse. He was an avid fisherman and built his own boat carrier and camping trailer. His wife Violet worked for Caseys in Hayfield, Mn. it was also a shrubbery business. She also worked at the Hayfield, Mn, meat locker for several years. In her later years she collected water bills for the city of Waltham, Mn. Al was a tall lanky type of person. He had a quick temper but also had a quick laugh to match. He played the guitar at all of our get togethers. He died very shortly after his wife and I personally feel it had something to do with her loss. He was very close to his family.

Albert was timmerman en werkte vervolgens 40 jaar voor Hormel in Austin, Mn. in een slachterij. Hij was een fervent visser en bouwde zijn eigen bootaanhanger en caravan. Zijn vrouw Violet werkte voor Caseys in Hayfield, Mn. het was een heesterkwekerijbedrijf. Ze werkte ook bij de Hayfield, Mn, vlees locker voor meerdere jaren. In haar latere jaren inde ze waterrekening voor de stad Waltham, Mn. Al was een lange slungelachtige type persoon. Hij had een korte bui, maar had ook een snelle lach ter compensatie. Hij speelde gitaar op al onze bijeenkomsten. Hij stierf kort na zijn vrouw en persoonlijk denk ik, dat het iets te maken met haar verlies. Hij was heel hecht met zijn familie.
 
Gezin (F1534)
 
1222 Albert was eerder getrouwd (1898-1906) met Grietje Scheper, ze zijn te Assen gescheiden.. Wittenberg, Albert (I215)
 

      «Vorige «1 ... 43 44 45 46 47 48 49 50 51 ... 548» Volgende»