Hendrik van de Voort

Mannelijk 1904 - 1905  (1 )


Generaties:      Standaard    |       |    Compact    |    Box    |    Alleen tekst    |    (Uitgebreide)kwartierstaat    |       |    Media    |    PDF

Generatie: 1

  1. 1.  Hendrik van de Voort 07 jan 1904 Ede (zoon van Elbert van de Voort en Hendrika Maris); 08 jan 1905Renswoude.

Generatie: 2

  1. 2.  Elbert van de Voort 25 apr 1870 Renswoude (zoon van Dirk van der Voort en Fransje Pater); 21 mei 1938Rheden.

    Aantekeningen:

    Crime passionel door Ina Budde-Korver

    Als we bij het zoeken naar informatie over onze voorouders meer vinden dan alleen de geboorte-, huwelijks- en overlijdensdata, is dat altijd leuk. Ik was dan ook erg verheugd toen ik in het bevolkingsregister 1890-1900 van Renswoude achter de naam van mijn betovergrootmoeder Fransje Pater, weduwe van Dirk van der Voort, de opmerking zag staan dat zij op 16-3-1893 veroordeeld was tot 7 jaar gevangenisstraf wegens een poging tot moord te Amsterdam op 23- 11-1892. Nu is een moord, of zelfs een poging daartoe, eigenlijk niet iets om je over te verheugen, maar stiekem was ik best een beetje trots op haar. Een pittige tante, die Fransje. Wat of wie zou haar zo kwaad hebben gemaakt dat zij tot deze daad kwam? En wie was het slachtoffer? Elbert van der Voort, bev. reg. Renswoude 1890-1900 bzl. 78, huis nr. 75 In de kranten was hierover niets te vinden. Toen Fransje ook nog eens aanwezig bleek te zijn geweest bij de huwelijken van twee dochters, resp. in Renswoude en Weesp, in de periode dat ze eigenlijk in de gevangenis zou moeten zitten, begon ik te twijfelen. Ik nam nog eens een kijkje op blz. 78 van het bevolkingsregister van Renswoude, en zag toen dat de bewuste opmerking niet op Fransje Pater sloeg, maar betrekking had op de persoon die een regel lager werd vermeld, namelijk zoon Elbert van der Voort. Zo werd mij weer eens duidelijk dat een foutje gauw gemaakt is in de genealogie, als je even niet goed oplet.
    Maar nu terzake. En wel de zaak Elbert van der Voort. Die bleek begin maart 1893 de landelijke pers te hebben gehaald. O.a. het Rotterdams Nieuwsblad, Het Nieuws van den Dag, en het Algemeen Handelsblad brachten uitgebreide artikelen over de rechtszaak en de daaraan voorafgaande geschiedenis. Elbert van der Voort, 22 jaar, wonende te Renswoude, werd aangeklaagd wegens poging tot moord op Jannetje Nap, dienstbode bij de familie De Vlaming op de Heerengracht in Amsterdam.
    Ook in de dagen na de "moordpoging" in november 1892 kreeg deze gebeurtenis veel aandacht in de kranten. De namen van de hoofdpersonen werden niet altijd juist vermeld, en ook de gang van zaken varieerde per krant een beetje.
    Het Rotterdams Nieuwsblad bijvoorbeeld schreef 25-11-1892 het volgende: Moordaanslag te Amsterdam! Tegen 12 uur gistermorgen had op de Heerengracht tusschen de Heisteeg en de Oude Spiegelstraat te Amsterdam ten huize van den heer A. De V, een droevig voorval plaats. De dienstbode, Jannetje Nop genaamd, was sedert eenigen tijd door den weduwnaar harer zuster, Elbert Van der Toorn, met huwelijksaanzoeken achtervolgd, zonder dat zij geneigd was aan die herhaalde aanzoeken een gunstig gehoor te verleenen.
    Dit verdroot den afgewezen minnaar zeer, die daarom besloot zich te wreken. Daartoe begaf hij zich gistermorgen naar de Heerengracht, en wachtte tot het meisje naar buiten kwam. Toen dit tegen 12 uur het geval was, trad hij op haar toe, en loste na een korte woordenwisseling drie revolverschoten op de ongelukkige, die terstond neerzonk. Het bleek dat twee der kogels haar hadden getroffen, een in de zijde, de andere in de dij. Van der Toorn was terstond na het plegen der daad door de Heisteeg weggeloopen en sprong op den Singel voor de Beulingsluis in 't water. Eenige omstanders brachten den man op het droge en stelden hem, daar het onderwijl bekend was geworden waaraan hij zich schuldig had gemaakt, in handen der politie, die hem in wezenloozen toestand naar het politiebureau in het voormalig gymnasium bracht. Het meisje was onderwijl per raderbaar naar het gasthuis vervoerd. Hier volgt een samenvatting van de gebeurtenissen aan de hand van diverse krantenartikelen. Elbert van der Voort, koopman te Renswoude, trouwde op 31-10-1891 met Antje Nap, die twee maanden later aan influenza overleed. Antje had een oudere zuster, Jannetje, die als dienstbode in Amsterdam werkte. Elbert was weer op zoek naar een vrouw, en deze Jannetje leek hem wel een geschikte kandidate. Toen Jannetje in de zomer van 1892 bij haar moeder in Ede logeerde, vroeg hij haar ten huwelijk. Hoewel zij Elbert wel mocht, wist zij niet of zij wel met hem wilde trouwen, daar hij bekend stond als een stevige drinker en een vechtersbaas. Zij stemde dus niet meteen in met een huwelijk. Elbert gaf het niet zo gauw op, en bleef Jannetje achtervolgen met huwelijksaanzoeken. Toen hij haar op een avond weer, ditmaal onder bedreiging met een revolver, tot een huwelijk wilde overhalen, beloofde zij met hem te zullen trouwen. Eenmaal terug in Amsterdam liet ze hem echter per brief weten dat ze zich had bedacht. Toen was voor Elbert kennelijk de maat vol. Met een beurs met geld en een revolver ging hij op weg naar Amsterdam. In Utrecht aangekomen ging hij even iets drinken. Van het een kwam het ander, en nadat hij in schonken staat een paar mannen met zijn vuurwapen had bedreigd werd hij gearresteerd en moest hij de nacht doorbrengen in het politiebureau.
    De volgende ochtend kon hij ontnuchterd vertrekken, echter met achterlating van zijn revolver. Hij kocht bij een wapensmid een nieuwe, en zette zijn reis naar Amsterdam voort. Op de Heerengracht aangekomen wachtte hij voor huis nr. 341 (tussen de Heisteeg en de Oude Spiegelstraat) tot Jannetje naar buiten kwam. Dat gebeurde omstreeks 11 of 12 uur. Na een korte woordenwisseling loste hij drie schoten op haar, waarvan twee haar raakten. Zij zakte in elkaar op de stoep en werd door buren naar binnen gedragen, en later werd zij per brancard naar het ziekenhuis vervoerd.
    Haar verwondingen vielen gelukkig mee, en waren in elk geval niet levensbedreigend. Elbert ging er vandoor, vluchtte via de Heisteeg en sprong bij de Beulingsluis in de singel. Omstanders visten hem uit het water, en leverden hem uit aan de inmiddels gearriveerde politie. Waarom zou hij in de singel zijn gesprongen? Het was eind november, dus waarschijnlijk tamelijk koud. Was hij zo verward dat hij niet meer wist wat hij deed, of wilde hij zelfmoord plegen en waren de kogels op? De zaak kwam 1-3-1893 voor bij de arrondissementsrechtbank te Amsterdam. Er waren 28 getuigen gedagvaard. Een tweede zitting vond plaats op 4-3-1893. De krantenverslagen van de rechtszittingen wijken iets af van de hierboven gegeven gang van zaken, zoals beschreven in 1892. Jannetje was buiten met de revolver bedreigd en toen de gang in gerend, waar haar werkgever, de heer De Vlaming, Elbert nog probeerde tegen te houden. Toen hij eveneens werd bedreigd met het vuurwapen, liet hij Elbert door, die daarna het eerste schot loste, dat Jannetje onder haar schouder trof. In haar angst riep ze hem toe dat ze wel met hem zou trouwen, en vluchtte de keuken in, waarvan ze de deur probeerde dicht te houden. Dit lukte niet, en Elbert schoot opnieuw. Ditmaal raakte hij haar linkerbeen. Een derde schot zou in de kelderdeur terecht zijn gekomen. Volgens Jannetje, die tijdens de tweede rechtszitting na toestemming van de beklaagde onder ede werd gehoord, had het hele drama zich afgespeeld in de keuken van de familie De Vlaming. Beklaagde, die erg opgewonden was, deed haar daar nogmaals een huwelijksaanzoek, en toen zij dit afwees, loste hij een paar revolverschoten op haar. Zij was erg geschrokken, maar voelde niet meteen dat ze gewond was. Huisgenoten hadden wel de schoten gehoord, en later gezien dat de japon van Jannetje geschroeid was, maar waren geen ooggetuigen geweest van de schietpartij. De beklaagde verliet het huis, en werd later in hechtenis genomen. Hoewel Elbert de dag na zijn arrestatie voor de rechter-commissaris een omstandige bekentenis had afgelegd, gaf hij nu voor zich niets te herinneren van hetgeen zich op 23-11-1892 had afgespeeld. De gehoorde deskundigen, twee artsen die beklaagdes geestvermogens hadden onderzocht, waren tot de slotsom gekomen dat deze een man met een hartstochtelijk karakter was, die, evenals zijn vader, vaak teveel dronk (erfelijk belast) en zich dan een woeste vechtersbaas toonde. Zij waren echter van mening dat hij amnesie (geheugenverlies) simuleerde; het leek hen niet waarschijnlijk dat beklaagde op 22 en 23 november een epileptisch equivalent had gehad, ten gevolge waarvan hij de daad in een soort van droomtoestand zou hebben gepleegd en daarna vergeten zou zijn.! (Poging tot) moord met voorbedachten rade dus? Beklaagdes verdediger, deken der orde Mr. M.J. Pijnappel, vond van niet. Hoewel, volgens zijn eigen zeggen, het vrijpleiten van verdachten in strafzaken niet zijn dagelijks werk was, hield hij een, volgens de verslaggevers van diverse kranten, uitmuntend pleidooi. Hij was van mening dat beklaagde zijn schoonzuster niet had willen doden, maar "slechts" mishandelen. Beklaagde wilde immers met haar trouwen, en als hij haar zou doden zou deze wens zeker niet in vervulling gaan; niet erg praktisch dus. Vervolgens gaf de verdediger een historisch voorbeeld ter verduidelijking van zijn standpunt. Willem de Veroveraar was vurig verliefd op een der dochters van Boudewijn van Vlaanderen. Maar niettegenstaande den roem, dien de zuchtende minnaar zich verworven had, wees de trotsche schoone hem smadelijk af. In toorn ontstoken, wachtte hij haar op eene eenzame plek op en . . . ranselde hij haar met zweepslagen af. En inderdaad, dat hielp. De schoone jonkvrouw verklaarde later onder tranen, dat zij met niemand dan met Willem den Veroveraar wilde huwen! De tijden zijn veranderd, maar het eigenaardige psychische verschijnsel is blijven bestaan. Alleen in plaats van een zweep werd hier een revolver gebezigd. Zijn client zou, aldus de advocaat, geen " poging tot moord, maar slechts een eenvoudige mishandeling ten laste kunnen worden gelegd. Het pleidooi had de rechter kennelijk niet kunnen overtuigen. Elbert van der Voort werd wegens poging tot moord tot zeven jaar gevangenisstraf veroordeeld.Volgens het bevolkingsregister van Renswoude vertrok hij op 1-6-1893 naar de strafgevangenis te Groningen. Zeven jaar later trouwde Elbert van der Voort te Renswoude met Hendrika Maris, die toen al een dochtertje van drie jaar had. Samen kregen zij nog vier zonen, waarvan drie volwassen werden. Het gezin woonde achtereenvolgens in Ede, Utrecht, Renswoude en Rheden. Toen Elbert in Rheden woonde nam hij daar zijn moeder, Fransje Pater, in huis, tot haar opname in het Oude en Nieuwe Gasthuis te Zutphen, waar zij op 10-11-1924 overleed. Ook zijn broer Gerrit van der Voort kreeg van hem tijdelijk onderdak. Best een aardige man dus, die Elbert. Maar hoe zou het verder zijn gegaan met Jannetje Nap? Online onderzoek bij de archiefbank van het Gemeentearchief Amsterdam leerde daarover het volgende. Zij werd gedurende 24 dagen verpleegd in barak 37 van het Binnengasthuis, en werd uit dit ziekenhuis ontslagen op 17-12-1892. Waarschijnlijk bleef ze in dienst bij de familie De Vlaming. In 1893 werden de bevolkingsregisters vervangen door gezinskaarten, en op de (zeer onduidelijke) kopie van de gezinskaart van Jannetje (doorgestreept en veranderd in Jannigje) Nap staat linksboven de naam Vlaming vermeld, en het adres, waarvan alleen het nummer leesbaar is: 341. Het beroep dienstbode werd doorgestreept (wanneer?) en het adres per 15-1-1934 luidt: Hofjes 4/60. In 1939 werden de gezinskaarten vervangen door persoonskaarten. Op de (archiefkaart van de) persoonskaart van Jannetje Nap staat als eerste adres 1e Weteringdwarsstraat 35. Op 23-9-1939 verhuisde Jannigje naar Amstel 51. Hier was het Diakonie Oude Vrouwen- en Mannenhuis, later verpleeghuis de Amstelhof gevestigd. De Amstelhof werd verbouwd tot museum, en sinds 2009 is dit het adres van De Hermitage. Jannigje Nap overleed op 22-3-1945 in Amsterdam, op 86-jarige leeftijd. Zij was ongehuwd.

    Bron: Notities over Elbert van de Voort
    Veroordeeld voor moordaanslag op schoonzus Jannetje Nap.
    zie http://www.ngv.nl/wwwAFT/afdelingsbladen/NGV_Amersfoort_periodiek_25-01.pdf vanaf pagina 10
    Met dank aan Ina Jansen die dit aanleverde.

    Verblijfplaats:
    Bev. Reg. Renswoude 1890-1900 blz.78, huisnr. 75.

    Elbert Hendrika Maris 24 nov 1900 (Civil)Renswoude. Hendrika (dochter van Maas Maris en Adriana Vosselman) 10 jun 1877 Ede; 10 sep 1932Venray. [Gezinsblad] []


  2. 3.  Hendrika Maris 10 jun 1877 Ede (dochter van Maas Maris en Adriana Vosselman); 10 sep 1932Venray.
    Kinderen:
    1. Dirk van de Voort 26 jun 1901 Renswoude.
    2. 1. Hendrik van de Voort 07 jan 1904 Ede; 08 jan 1905Renswoude.
    3. Hendrikus Hermanus van de Voort 20 nov 1906 Utrecht.
    4. Frans Elbert van de Voort 26 apr 1909 Utrecht.


Generatie: 3

  1. 4.  Dirk van der Voort 04 okt 1828 Renswoude (zoon van Willem van de Voort en Elisabeth Ruiseveen); 10 aug 1891Renswoude.

    :

    • Beroep: koopman

    Dirk Fransje Pater 06 mrt 1863 (Civil)Renswoude. Fransje (dochter van Harmen Pater en Jannigje Donkersteeg) 03 jul 1844 Renswoude; 10 nov 1924Zutphen. [Gezinsblad] []


  2. 5.  Fransje Pater 03 jul 1844 Renswoude (dochter van Harmen Pater en Jannigje Donkersteeg); 10 nov 1924Zutphen.

    Aantekeningen:

    Verblijfplaats:
    Woonde bij overlijden in Zutphen.

    Overleden:
    Hendrik Jan Soerink (26 jaar) magazijnknecht wonende te Zutphen en Gerrit Jan Waanders (24 jaar) klerk, dat Fransje Pater, oud 80 jaren, zonder beroep alhier ten 7 uur voor de middag is overleden. Weduwe van Dirk van der Voort.

    Kinderen:
    1. Willem van der Voort 19 feb 1864 Renswoude; 27 mei 1934Utrecht.
    2. Jannetje van der Voort 24 mei 1865 Renswoude; 17 sep 1947Utrecht.
    3. Elisabeth van der Voort 21 jan 1868 Renswoude; 16 mei 1923Zeist.
    4. 2. Elbert van de Voort 25 apr 1870 Renswoude; 21 mei 1938Rheden.
    5. Willemijntje van der Voort 16 okt 1872 Renswoude; 10 nov 1954Zeist.
    6. Gijsbertje van der Voort 20 mei 1875 Renswoude.
    7. Gerrit van der Voort (ca 1883).
    8. Francina van der Voort 21 jun 1887 Renswoude.

  3. 6.  Maas Maris

    Maas Adriana Vosselman. [Gezinsblad] []


  4. 7.  Adriana Vosselman
    Kinderen:
    1. 3. Hendrika Maris 10 jun 1877 Ede; 10 sep 1932Venray.


Generatie: 4

  1. 8.  Willem van de Voort

    Willem Elisabeth Ruiseveen. [Gezinsblad] []


  2. 9.  Elisabeth Ruiseveen
    Kinderen:
    1. 4. Dirk van der Voort 04 okt 1828 Renswoude; 10 aug 1891Renswoude.

  3. 10.  Harmen Pater 31 mei 1796 Lunteren; 05 jun 1796 Lunteren (zoon van Jan Pater en Gijsbertje van Voorthuijsen); 31 mrt 1869Renswoude.

    :

    • Beroep: dagloner. In 1827 is hij pachter op de Grote Glind onder Barneveld. In 1830 Landbouwer.

    Aantekeningen:

    Overleden:
    Volgens het overlijdensregister van Renswoude d.d. 01-04-1869 onder no.7 verklaren: "Geurd van Altena, 61 jaar, logementhouder en Antonie Ulrich, 30 jaar, veldwachter dat op 31-03-1869 des morgens om half vier ure binnen deze gemeente in het huis No.58 Harmen Pater is overleden, 73 jaar, dagloner, geboren te Lunteren wonende binnen deze gemeente, gehuwd met Jannetje Donkersteeg, zoon van Jan Korse Pater en Gijsbertje Voorthuizen, beide overleden".

    Harmen Jannigje Donkersteeg 18 nov 1825 (Civil)Scherpenzeel. Jannigje (dochter van Elbert Donkersteeg en Teuntje van 't Voort) 15 aug 1800 Woudenberg; 31 aug 1800 Woudenberg; 01 mei 1872Renswoude. [Gezinsblad] []


  4. 11.  Jannigje Donkersteeg 15 aug 1800 Woudenberg; 31 aug 1800 Woudenberg (dochter van Elbert Donkersteeg en Teuntje van 't Voort); 01 mei 1872Renswoude.

    Aantekeningen:

    Overleden:
    Volgens het overlijdensregister van Renswoude d.d. 02051872 onder no.3 verklaren: "Geurd van Altena, 64 jaar, logementhouder en Antonie Ulrich, 33 jaar, veldwachter dat op 01051872 des avonds ten zeven ure binnen deze gemeente in het huis No.58 Jannetje Donkersteeg, weduwe van Harmen Pater, is overleden, 71 jaar, geboren te Woudenberg wonende binnen deze gemeente, dochter van Elbert Donkersteeg en Teuntje van 't Voort, beide overleden".

    Aantekeningen:

    In het Gemeente Archief Barneveld "Nominatieve staat der ingezetenen 1827-1832, deel 2 F317 Glind" komt Harmen voor met "8 knegts en 4 meiden."

    Getrouwd:
    Haar moeder heet hier Teunisje van 't Foort.

    Kinderen:
    1. Elbert Pater 31 mei 1826 Barneveld; 01 mrt 1904Renswoude.
    2. Jan Pater 03 apr 1828 Barneveld; 19 nov 1871Haarlemmermeer.
    3. Gijs Pater 22 mei 1830 Barneveld; 17 dec 1834Renswoude.
    4. Teunisje Pater 17 sep 1832 Barneveld; 14 mrt 1894Rotterdam.
    5. Gijsje Pater 06 feb 1835 Renswoude; 17 dec 1905Renswoude.
    6. Gerrit Roelof Pater 09 aug 1836 Renswoude; 04 sep 1836 Renswoude; 04 nov 1910Houten.
    7. Kors Pater 15 dec 1838 Renswoude; 06 nov 1839 Renswoude; 24 aug 1913Renswoude.
    8. Grietje Pater 04 aug 1841 Renswoude; 05 sep 1841 Renswoude; 05 mrt 1921Zeist.
    9. 5. Fransje Pater 03 jul 1844 Renswoude; 10 nov 1924Zutphen.
    10. NN Pater 09 dec 1847 Renswoude; 09 dec 1847Renswoude.