Vrouw tot den Swanenburg & 't Hoen Catharina Lucia Pater

Aantekeningen:

Overleden:

Catharina Dirk van Lynden tot den Swanenburg 18 mei 1756Gendringen. Dirk 1735 Zutphen Bemmel; 08 mei 1792Gendringen Huis Swanenburg. [Gezinsblad] []

1. Catharina Lucia van Lynden aug 1757 Gendringen; 21 aug 1757 Gendringen; 01 jan 1799Koudekerk a/d Rijn; 02 jan 1799Koudekerk a/d Rijn.

:

• Religie: Ger. Waals
• Doop getuigen: Cornelis de Bruyn en Anna Zachariasse van Heemsbeeke (Susanna Engelgraaf)

Aantekeningen:

Na de dood van zijn vrouw vertrekt Cornelis op 30 mei 1744 met het schip Beekhuizen naar Nederland om vervolgens daar te blijven.

Doop:
Door Abrahan Aegidius Engel.

Overleden:
In Nationaal Archief Suriname word vermeld dat hij in 1745 is overleden en dat zijn dochter Catharina Lucia zijn aandeel erfde (De plantages Beekhuizen en La Jalousie. Hij zou in Nederland zijn vergiftigd.

Cornelis Maria Cornelia van de Schepper. Maria (dochter van Gerard van de Schepper en Catharina Lucea Halcket) 03 jul 1725 Bergen op Zoom; 04 jul 1725 Bergen op Zoom; 05 nov 1743Paramaribo. [Gezinsblad] []

:

• Doop getuigen: Cornelia Hacket

Aantekeningen:

Overleden:
Uit "Geschiedkundige aanteekeningen door C.A. van Sypesteyn op den 3den April 1750" komt het volgende:
Cornelis Pater was gehuwd met de jongste der beide zusters, die, zoals uit aanteekeningen blijkt, door vergif, haar door een negerin in eene kop koffij toegediend, stierf.
Na de dood zijner vrouw, die op den 5den Nov. 1743 te Paramaribo plaats had, vertrok hij naar Nederland op den 30 sten Mei 1744 met het schip Beekhuizen met als Kapitein Jan Smit, en bleef daar wonen.

Aantekeningen:

Zowel Cornelis als zijn broer Gerrit trouwen een dochter van Gouverneur Jan van der Schepper welke ook nog een zoon had Herman Nicolaas de Schepper die kapitein was.
Uit "Geschiedkundige aanteekeningen door C.A. van Sypensteyn op den 3den April 1750" komt het volgende:
Cornelis Pater was gehuwd met de jongste der beide zusters, die, zoals uit aanteekeningen blijkt, door vergif, haar door een negerin in eene kop koffij toegediend, stierf. Na de dood zijner vrouw, die op den 5den Nov. 1743 te Paramaribo plaats had, vertrok hij naar Nederland op den 30 sten Mei 1744 met het schip Beekhuizen met als Kapitein Jan Smit, en bleef daar wonen.

Aantekeningen:

Het lijkt er op dat deze Gerrit vanuit Nederland naar Suriname is vertrokken voor ca 1705 en daar voor nakomelingen heeft gezorgd. Hij was daar niet zomaar de eerste beste. Dat moge blijken uit onderstaande gegevens, welke aan de Familie Organisatie Pater zijn geschonken door Desi Pater uit Paramaribo. Hij heeft ontzettend veel speurwerk verricht in de "archieven" van Suriname. Archieven tussen aanhalingstekens omdat die (nog) niet zo zijn zoals we in Nederland gewend zijn. Veel papieren heeft hij moeten halen uit kelders waar vele stapels stonden opgehoopt.
In de zomer van 1991 was hij in Nederland en heeft een vrij groot pakket, via redacteur Bram Pater, aan de vereniging geschonken.

Gerrit was in juli 1722 tot de raad van politie verkoren waarin hij ook het voorzitterschap bekleedde. In 1735 was hij Gouverneur A.!. van Suriname en tekende een te Paramaribo gehouden vergadering op 31 Januari 1735. (De Boni oorlogen 1757 - 1860 Marronage en Guerilla in Oost - Suriname) Uit een notitie komt het volgende:
1735. 22 Dec. Aangekomen sijn Exe. de Gouverneur Joan Raije met het schip Jacop en Daniël, kapitein: Jochem Blank. Sijn Exe. wierd aan de waterkant gerecipieërd (ontvangen. red.) door de Raadsheren G. Pater en P. Juran en door dezelve naar het Gouvernement vergeselt, alwaar sijn Exe. door den officier-commandant, de heer P. Bleij en door de presente raden van Politie en civiele Justitie wierd ontvangen en verwelkomt.
Reeds op den 11den Augustus 1737 overleed de Gouverneur Raije. Gerrit Pater werd voor "Den rijksten ingezetene van Suriname" gehouden.

Onder "West - Indisch Testament 18e en 19e eeuw" komt voor:
Gerrit Pater, Folio 111 anno 1738 Inventaris no. 17.
Gerrit Pater jr. en Huisvrouw Elisabeth van de Schepper,
W.I.T. Folio 121 anno 1743 Inv. no. 21
Gerrit Pater jr. Folio 127 anno 1743 Inv. no 21
Cornelis Pater en huisvrouw Mac. van de Schepper, Folio 104
anno 1744 Inv. 22.
Cornelis Pater, W.I.T. Folio 108 anno 1744 Inv. no.22.
Gerrit Pater, W.I.T. Folio 111 anno 1744 Inv. no 23
Gerrit Pater en Huisvrouw A.G. de Bruyn, Folio 126 anno 1774
Inv. no. 23
Juna Kettie van Pater, W.I.T. Folio 87 anno 1796 Inv. no. 73
Annaatje van Pater, W.I.T. Folio 3 anno 1800 Inv. no. 77
Wilhelmina Cornelia Pater, W.I.T. Folio 43 anno 1800 Inv. no.
78
Elisabeth Pater, W.I.T. Folio 38 anno 1803 Inv. no. 83
Louisa Pater, W.I.T. Folio 27 anno 1809 Inv. no. 93

Op 11-05-1730 is ene Gerrit Pater vertrokken naar Amsterdam op het schip 't Reijgerbos met een negerjongen.


Overleden:
Bij zijn overlijden was zijn rijkdom onbetwist:
Hij was eigenaar van de plantages La Jalousie, Beekhuizen, nabij Paramaribo en een plantage aan de Cottica., Berg en Dal, Lieftenshoek en Mijn Hoop
La Jalouzie en Beekhuizen waren goed florerende bedrijven, het economisch klimaat was gunstig en Gerrit werd de rijkste ingezetene van Suriname.
Blijkens een inventarisatie in 1744 werd het bezit geerfd door zijn zoons Gerrit Jr. en Cornelis.(ARA NOT inv. no 179 p. 138) Cornelis is het jaar daarop overleden, en diens dochtertje Catharina Lucia erfde zijn aandeel.

In de periode 1744-1772 is de plantage Groot-Jalousie 10x geinventariseerd.
1744 De plantage was onveranderd 2100 akkers groot.
414 slaven,watermolen,suiker,pluimvee,moestuin,varkens,kostgronden,koffie,
cacao
1745 eigenaar Gerrit Pater Jr.1/2 deel en Pichot en Graaflandt Jacobsz
als voogden van de minderjarige dochter van Cornelis 1/2 deel
412 slaven,watermolen,suiker,kostgronden,pluimvee,varkens,moestuin,koffie,
cacao
1748 verandering van directie
1751 eigenaars: onmondige zoon van Gerrit (Gerrit) en minderjarige dochter van Cornelis (Catharina Lucia)
1757 Baron van Lynden tot Swanenburgh wordt gemachtigde voor Cath. Lucia
1772 2100 akkers,298 slaven,watermolen,suiker,tayer,bananen,duiven,
weidegrond,hoornbeesten,moestuin.

Tot diep in de 19e eeuw heette de plantage La Jalousie, Groot is kennelijk van recentere datum.
In 1744 stond deze grote (de allergrootste van Suriname) plantage op de top van zijn productie.
De slavenmacht was toen 414 mensen. Het riet werd verwerkt met een watermolen.
In 1793 was de plantage nog steeds familiebezit maar werd beheerd door administrateurs De familie Pater woonde niet meer in Suriname,Catharina Lucia is in 1756 getrouwd met Baron van Lynden tot Swanenburg. Zij woonden waarschijnlijk in het kasteel Swanenburg in Gelderland, nabij Gendringen aan de Oude IJssel
In 1821 werd de plantage gedeeld beheerd door de erven van Lynden Swanenburg en een negociatiefonds Roquette en van de Poll.
In 1863 werden de 119 slaven vrijverklaard en kregen de eigenaars, de fam. von Ungern Sternberg, allen woonachtig in Duitsland, een "tegemoetkoming" van F 35100.-

Gerrit Anna Geertruy de Bruyn 23 nov 1710Paramaribo Woudvliet?. Anna (23-?-v1690) Commewijne beneden divisie; 20 jan 1739Paramaribo. [Gezinsblad] []

Aantekeningen:

Overleden:
Tekst register: Per d' Heer Gerrit Pater voor kerkgeregtigheid weegens het overleyden van zijne huysvrouw f 20,-.
Op dezelfde dag betaald Gerrit Pater f 5,= voor het begraven van een tuinier op de plantage Jalousie.

Begraven:
Onder "Ned.Ger.Gem. begraven 1723 - 1740":
Op 20 Januari 1739. De heer Gerrit Pater van Kerke gerechtigheid wegens het overlijden van zijne huisvrouw ƒ 20,=.
Op de zelfde dag betaald Gerrit Pater ƒ 5,= voor het begraven van een tuinier op de plantage Jalousie.

Aantekeningen:

Ondertrouw:
Tekst register: 1710 november 7 ondertrouwt Gerrit Pater J:M: geb: van Beverwijk met Anna Geertruij de Bruijn J:D: geb: in de beneden divisie van Commewijne, den 23 d: op plant: Woudvlied bevestigt - D: J: Engel.

:

• Beroep: Gouverneur Generaal

Aantekeningen:

Gerard Catharina Lucea Halcket (v 1708)Breda. Catharina (ca 1688); na 1757. [Gezinsblad] []

Aantekeningen:

Overleden: