Mathilde Josephina Pater

Aantekeningen:

Overleden:
Ze overleed ongehuwd en kinderloos.

:

• Beroep: Plaatwerker bij Vaartuigen (Beekhuizen)

Aantekeningen:

Heeft tot zijn pensioen bij Vaartuigen (Beekhuizen) gewerkt. Door hem kreeg neef Desi R. Pater ook een baan bij Beekhuizen.
Hij was een goede atleet van T.E.S.O.S.
Hij was Zevendaags Adventist en heeft gewoond aan de Grote Dwarsstraat en later aan de Gongrijpstraat. Na de dood van zijn vrouw ging hij bejaardentehuis Albertina waar hij op 6 mei 1984 overleed.

Gedoopt:
Willem en zuster Elisabeth hebben op 5 of 6 april 1911 hun geloofsbelijdenis gedaan bij de Herv. Gem. Lidmatenboek 1866-.

Willem Elize Albertine Heilbron 29 mrt 1922 (Civil)Paramaribo. Elize 26 jan 1894 Paramaribo; 07 mrt 1981. [Gezinsblad] []

:

• Beroep: Marechausse, te Paramaribo, Totness (Coronie) en Domburg

Aantekeningen:

WEST INDISCH STAMBOEK AMBTENAREN 1859 - 1918
1517 Hendrik Marius Johan Pater
1 Marechausse 2e kl. in Sur. op 600.= 's jaars
Resolutie 26 januari 1882 No. 20
2 Marechausse 1e kl. in Sur. op 640,= 's jaars
Resolutie 30 november 1883 No. 5
3 28 Juni 1895 Agent van Politie 2e kl. op 750,= 's jaars
Resulutie L.A.N. 4491
4 29 augustus 1898 Eervol ontslag op verzoek,
Pensioen 310,= 's jaars
Resulutie 6639


Een passage uit het Levensmanifest van Hendrik M.J.Pater
Suriname 1883 (no.99)
Op 30 november 1883. Bevorderd De 2de klasse Marechaussee Hendrik Marius Johan Pater tot 1ste klasse.
Door Den Procureur-Generaal.

Over zijn beroep.
Hendrik Marius Johan was op 26 januari 1882 aangenomen in de dienst der Marechausse als marechaussee 2de klasse, met een inkomen van 600,- per jaar [126a]. Op 30 november 1883 werd hij bevorderd tot marechaussee 1ste klasse en kreeg een loonsverhoging van 40,- per jaar [126b].
Vanwege de afschaffing van deze dienst werd hij op 28 juni 1895 overgeplaatst naar de toen opgerichte politie-dienst, en had als rang agent van Politie 2de klasse met een inkomen van 720,- per jaar [126c]. Bij deze overplaatsing was hij nummer 2 op de lijst [127].
Op 29 augustus 1898 werd hij op verzoek eervol ontslagen en kreeg een pensioen van 310,- per jaar [126d].
De rede van ontslag, kunt U duidelijk opmaken uit de volgende verklaring van de Geneeskundige Commissie [128]:
'Verklaring van de Geneeskundige Commissie, bedoeld bij art.2 der verordening van 8 mei 1896 G.B.no.23, krachtens art.22 dier verordening belast met de keuringen van Ambtenaren, verklaart dat zij heeft onderzocht Hendrik Marius Johan Pater agent van politie 2de klasse, oud volgens opgaaf 50 jaar in dat hij wegens versleten lichaamsgestel gepaard met slepende nier-ontsteking ongeschikt is voor de verdere waarneming van zijne betrekking.'


Uit SURINAAMSE BRIEVEN:
De Politiemagt, met inlandse mensen, is opgericht in 1866 en bestond uit 2 hoofdlieden ieder met een jaarlijkse bezoldiging van 720,=, 8 agenten 1st klasse 600,= en 10 agenten 2e klasse 600,=.

Journaal 2e kwartaal 13 Mei W10 1863

1 juli 1863
Afschaffing slavernij
Emancipatie

Gelezen hebbende het request dd. 30 April j.l. van M.E. Arewijn, waarbij zij te kennen geeft: dat zijn in het jaar 1854 verzocht en verkregen heeft manumissie brieven voor de haar toen voor den vrijdom toebehoorde kinderen Josephina Dorothea geboren in 1853 en Emma Wilhelmina Thurnim geboren in 1847. Dat mevrouw de weduwe van Coenradus Dominicus Betting geboren Anna Clasina Wilhelmina Eggers, ten behoeve dier kinderen heeft gekocht een huis en erf, en dat tot het erlangen van het transport moeten worden overlegd de bewijzen dat deze kinderen in het Burger register zijn ingeschreven. Weshalve zij verzoekt dat autorisatie worde verleend, ten einde Josephina Dorothea en Emma Wilhelmina Thurnim in het Burger register in te schrijven. In aanmerking nemen dat de genoemde kinderen op den 29 November 1854 zijn gemanumitteerd.

Journaal 3e kwartaal no. 1251 22 Aug no. 7 1863

Gelezen hebbende het request dd. 7 Augustus j.l. van J.C. Gomperts vendumeester, waarbij hij te kennen geeft, dat hij bij publieke veiling heeft verkocht het erf en de daarop staande gebouwen gelegen alhier aan Paramaribo aan de Burenstraat, bekend onder N.W.L.D no. 137, O.W.L.D. no. 676, aankomende hebbende voor de helft aan den boedel wijlen H.F. Scheffer en voor de wederhelft aan C.J. Scheffer waarvan de weduwe C.D. Betting geboren eggers voor de minderjarigen E.W. Thurnim en J.D. Thurnim voor de som van 1650,= koopster is geworden, dat hij daarvan transport wenscht te passen; weshalve hij verzoekt dat dat worde afgezien van het regt van naasting; gezien de consideratien en advies van den inspecteur der domeinen van de nijverheid en de landbouw dd. 18 Aug. jl. no. 303/211. Heeft goedgevonden en verstaan af te zien van het regt van naasting en zal hiervan extract worden gezonden aan de requestrant als dispositie.

In DE WEST - INDIER 1892 no. 34 staat o.a.:

13 april 1892 LA. A. no. 2733 en bij die van 13 april 1892 LA. A. no. 2737 zijn
tot het doen der bekeuringen in de districten, bedoeld bij art. 14;
het bezorgen der kennisgeving, bedoeld bij art. 10, 13 en 23 en
tot het doen der oproepingen, bedoeld bij art. 12 en 21
der vordering van 9 februari 1886 (G.B. no.3) op heffinf en invordering de personeele belasting gequalificeerd de navolgende beambten van politie:
C.F. Oehlers F.C. Schenkers R.E. Veenhof
H. Karg C.M. Nijverman G.C. Muller
L.F. van Aalst H.L. van Veldwijk T.J. Perri
J.F. Lehâe S. Zwakke P.J.M. Dompig
W. Strauws H.M.J. Pater J.P. Repman

Mulat. Slaaf van R.H. Cotino en bekend als Heintje.

Gedoopt:
Hij werd lid van de Hervormde Christelijke Gemeente te Paramaribo op 11 april 1867.

Verblijfplaats:
Woonde in het huis aan de Burenstraat bekend onder de letter D no. 137 en op de hoek van de Heiligeweg en de Maagdenstraat

Overleden:
Burgerlijke stand 1908 folio 1316 akte van overlijden.
Aangifte werd gedaan voor Cornelis Frederik WEEDE, door Lodewijk Marius PATER, 37 jaar kleermaker, wonende aan de Saramaccastraat, met als getuigen Henry Franccis ESSER, 33 jaar, ambtenaar wonende aan de Jodenbreestraat en Arthur Leonard OOSTERLING, 36 jaar, opzichter in de goudvelden, wonende aan de Burenstraat, van het overlijden van HENDRIK MARIUS JOHAN PATER, echtgenoot van JOSEPHINA DOROTHEA THURNIM, oud 60 jaren, zonder beroep, gepensioneerd agent van politie, geboren te Paramaribo, gewoont hebbende te Paramaribo, in leven zoon van wijlen ELISABETH BETSY toebehoord hebbende aan MOZES COUTINHO.

Begraven:
In Onze West van 1908 staat: Overleden 24 November 1908 Hendrikus Marius Johan Pater. Begraven in Oud Lina's Rust. C, regel 8 graf 4.

Hendrik Josephina Dorothea Thurnim 30 jan 1889 (Civil)Paramaribo. Josephina (dochter van Vaverij en Maria Carolina Thurnim) 20 dec 1853 Paramaribo; 10 feb 1927Paramaribo; Oud Lina's Rust. [Gezinsblad] []

Aantekeningen:

Werd op 29 november 1854 gemanumitteerd.

Verblijfplaats:
Bij haar overlijden woonde ze Burenstraat 33c.

Overleden:
Adv. in Sur. krant meld 11 dezer.

Aantekeningen:

In het lidmatenboek Evang. Luth. Gem. 1861 - 1918 komt Josephina voor als zijnde aangenomen op 21 maart 1875. Hendrik echter in het lidmatenboek Herv. Gem. 1866- op 11 april 1867. Hendrik is dan 19 jaar.
Waarschijnlijk nog 1 zoon in augustus 1886 geboren en na 1 dag overleden. Bron: Sur. Courant

Getrouwd:
BS. Huwelijks akte 1889 NO.7:
Op heden den dertigsten Januari achttien honderd negen en tachtig zijn voor ons LODEWIJK CAREL BATENBURG ambtenaar van den Burgerlijken Stand te Paramaribo aan het Gouvernementslogeergebouw gelegen op den hoek van de Gravenstraat en den Rijweg naar Comb verschenen ten einde een huwelijk aan te gaan:
HENDRIK MARIUS JOHAN PATER,
oud een en veertig jaren, van beroep marechaussee der eerste klasse, geboren en wonende te Paramaribo, meerderjarige zoon van wijlen slavin ELISABETH BETSIJ toebehoord hebbende aan MOZES COUTINHO en
JOSEPHINA DOROTHEA THURNIM,
oud vijf en dertig jaren, zonder beroep, geboren en wonende te Paramaribo, meerderjarige dochter van wijlen MARIA CAROLINA THURNIM.
En hebben zij daartoe overlegd, akte waaruit blijkt dat beide afkondigingen alhier op den twintigsten en den zeven en twintigsten dezer maand, des voormiddags ten half negen ure, hebben plaats gehad, welke afkondiging zonder stuiting zijn afgelopen; verklaren de comparanten dat zij buiten de mogelijkheid zijn om zich hunne geboorte akte of eene akte van bekendheid ter vervanging der geboorte akte te verschaffen, welke verklaring zij met eede hebben bevestigd. Wijders verklaarden de comparanten bij deze als hunne kinderen te erkennen:
LODEWIJK MARIUS;
JOHANNA ELISABETH FRANCIS;
EMELIA CAROLINA FRANCIS
ALBERTINA ELISABETH WILHELMINA
HERMAN JACOB;
NELLIJ MATHILDA;
JOHAN EDUARD en
ELISABETH JACOBA,
Allen geboren opt de comparanten te Paramaribo en in stede, het eerst genoemde op twintig Januari achttien honderd n en zeventig; het tweede genoemde op zes September achtien honderd drie en zeventig; het derde genoemde op negen April achttien honderd acht en zeventig; het vierde genoemde op tien Mei achttien honderd tachtig; het vijfde genoemde acht Juli achttien honderd twee en tachtig; het zesde genoemde op n December achttien honderd vier en tachtig; het zevende genoemde op zeventien Januari achttien honderd zeven en tachtig en het laatst genoemde op zestien December achttien honderd acht en tachtig. Waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd of zij elkander aannemen tot echtgenoten en getrouwelijk al de plichten zullen vervullen welke door de wet aan den huwelijkenstaat zijn verbonden het geen door hen uitdrukkelijk met ja beantwoord zijnde, hebben wij in naam der wet verklaard, dat zij door den echt aan elkander zijn verbonden. In tegen woordigheid van WILLIAM WILLEM HENDRIK MEZAS, oud vier en twintig jaren, van beroep kleermaker en JACOB ALEXANDER BETTING, oud vier en twintig jaren, van beroep schoenmaker, beide wonende te Paramaribo als getuigen, en is hiervan opgemaakt deze akte, welke, na voorlezing door de comparanten, de getuigen en ons is onderteekend.
Ambtenaar van de burgerlijke stand H.M.J. Pater
J.D. Thurnim
C. Batenburg W.W.H. Mezas
J.A. Betting

Ondertrouw:
Volgens krant 16-01-1889.

Aantekeningen:

Mulattin. Behoorde toe aan Mozes Cotinho. Sur. Courant 1825: Verkocht de slaven Betsie, Leentje en anderen, aankomende Hendrina Elisabeth Vieira
Heet later Elisabeth Betsy.
De exploiteur bij het gerechtshof in de kolonie Suriname zal op vrijdag 9 september 1859 des voormiddags ten half negen ure, publiekelijk bij executie verkopen de slaven Jacob, Betsy, Leentje, Heintje, Adriaan en Sanna aankomende de boedel R.H. Cotino geboren Torres.

Het woord "emancipatie" is niet van deze tijd. Dat blijkt als we er een woordenboek op naslaan: het woord is vrouwelijk(!) en betekent "gelijkstelling voor de wet"; "vrijmaking".In1863 is er een "EMANCIPATIE REGISTER" gemaakt met o.a.:

VRIJGEMAAKTE SLAVEN TE PARAMARIBO
Nummer Namen [PG nr] geboortejaar
419 Pater, J.I.R. [114] 1844
420 Pater, H.M.J. [115] 1848
421 Pater, A.E. [116] 1851
422 Pater, S.A. [117] 1856
423 Pater, M.L. [118] 1859
Deze slaven zijn dus "geèemancipeerd"!

Gedoopt:
door een zekere Bleichem. Haar doopnaam was Louisa Betsy.

Vaverij Maria Carolina Thurnim Maria 1827; (vr 1889). [Gezinsblad] []

Aantekeningen:

Slavin van meester Mg. Evans Betting (*1827), slavennaam Carolia, Freiname: Thurnim. Ze leefde op 6 juni 1851 met een mestice Vaverij (ook Favery) en op 2 februari 1855 met William van Nunnez. 09 sept 1874 had man Levenswaard, zelfde als Nunnez? haar verlaten en daarna met een RK vrouw getrouwd die gedoopt werd 8/1828
Kreeg 7 kinderen waaronder Josephina Dorothea als 2e

:

• Beroep: slavin

Aantekeningen:

Werd verkocht aan de wed. J.A.B. de Mesquita. (Surinaamse Courant 1855 no. 67)
We zullen soms zien dat kinderen de naam van de moeder kregen omdat niet zeker was wie de vader zou kunnen zijn. (PATER SEMPER INSERTUS = de vader is altijd onzeker)

Surinaamse Courant 1859 no.107 (12837)
De exploiteur bij het geregtshof in de kolonie Suriname, zal op Vrijdag den 9de september 1859, des voormiddags ten half negen ure, publiekelijk bij executie verkoopen de slaven: Jacob, Betsie, Leentje, Heintje, Adriana en Sanna, aankomende den boedel R.H. Cotino geboren Torres.

Stamboom Mozes Henriques Cotinho

De stamvader Cotinho had twee kinderen, te weten:
1. Jacob Henriques Cotinho: overleden 18 maart 1735
2. Mozes Henriques Cotinho: huwde Sarah (overleden: 18
november 1720), hij overleed 25 juli 1720.

Ad.1.: Jacob Henriques Cotinho kreeg de volgende kinderen:
A. Abigail De Jacob Henriques Cotinho: overleed in 1723
B. Rachel De Jacob Hebriques Cotinho: geboren 17 februari 1720
C. Mozzeh De Jacob Henriques Cotinho: geboren 1722.

Ad.C.: Mozzeh De Jacob Henriques Cotinho kreeg de volgende kinderen:
1. Judith De Mozes Henriques Cotinho: geboren 11 september
1755, overleden 1809
2. Jacob De Mozes Henriques Cotinho: geboren 2 april 1756
3. Ishak De Mozes Henriques Cotinho: geboren 1758
4. Abraham De Mozes Henriques Cotinho: geboren 1760
5. Abraham De Mozes Henriques Cotinho: geboren: 1761
6. Aron De Mozes Henriques Cotinho:
7. David De Mozes Henriques Cotinho: geboren 1763
8. David De Mozes Henriques Cotinho:
9. Rachel De Mozes Henriques Cotinho: geboren 1769
10.Rachel De Mozes Henriques Cotinho: geboren 1770
11.Ribca De Mozes Henriques Cotinho:

Ad.2. Jacob De Mozes Henriques Cotinho gehuwd met Bueno De Mesquita, Ribca De Abraham De Ishak kreeg de volgende kinderen:
a.Judith De Jacob Henriques Cotinho: geboren 12 oktober 1793, overleden 21 mei 1867
b.Mozes De Jacob Henriques Cotinho (junior): geboren 8 oktober 1796
c.Rachel De Jacob Henriques Cotinho: geboren 18 november 1799
d.Ester De Jacob Henriques Cotinho: geboren 16 april 1803, overleden 10 mei 1804
e.Ishak De Jacob Henriques Cotinho: geboren 6 maart 1805, overleden 8 oktober 1808
f.Abraham De Jacob Henriques Cotinho: geboren 12 oktober 1806, overleden 12 februari 1807
g.Abraham Haim Henriques De Jacob Continho: geboren 6 november 1808
h.Lea De Jacob Henriques Cotinho: geboren 30 mei 1811, overleden 4 september 1811


De slavinnen Betsy en Leentje (dochters van Serie) behoorden aan Mozes Henriques Cotino jr. Hij was een joodse plantage-eigenaar. Geboren op 8 oktober 1796. Trouwde drie keer:
- eerste keer:
Pinto da Fonseca Deborah: gehuwd op 30 augustus 1822, ze overleed op 4 september of oktober 1823, ze heeft dus âeâen jaartje met Mozes kunnen leven. Mozes had âeâen zoon met haar genaamd Jahacob, geboren 1 april 1823, hij overleed 10 september 1823.
- tweede keer:
Rachel Namias Torres: geboren in 1785, gehuwd op 28 augustus 1825 en overleden op 14 mei 1830, dus 5 jaar na haar huwelijk.
- derde keer:
Rebecca Goedschalk: zij huwde op 1 november 1854 nadat haar eerste echtgenoot Darkheim was overleden.
Zij kreeg drie zonen met Mozes(voor hun huwelijk):
-Jacob: geboren 2 juni 1836, overleden 15 oktober 1857.
-Salomon: geboren 22 juli 1842.
-Aron Mozes: geboren: 13 februari 1850

Enkele stukken uit het levensmanifest van Mozes Henriques Cotino junior:

"Op 2 februari 1844 was Betsie en Leentje te koop aangeboden wegens verschuldigde belasting, aankomende den boedel R.H. Cotino, geboren Torres. In die periode was Betsie in de verwachting van Jacob Isaak Rudolf Pater."

"Paramaribo 10 oktober 1855. Bij Koninklijk besluit van de 2den Oktober 1854 no 29 zijn ter verzoek van Mozes Henriques Coutinho junior brieven van legitimatie verleend geworden aan zijne bij nu wijlen Ribca Carillo ( ook wel genaamd Rebecca Carillo) De Nattos verwekte kinderen met name: Abraham, Isaak en Joseph Carillo De Nattos.
Secretaris E.A. van Emden."

"De expoliteur bij het gerechtshof in de kolonie Suriname, zal op vrijdag den 19den september 1859, des voormiddag ten half negen ure, publiekelijk bij executie verkoopen, de slaven Jacob, Betsie, Leentje, Heintje, Adrianna en Sanna, aankomende den boedel R.H.Cotino geboren Torres."

Uit Agenda 1859 (2de kwartaal):
"Ingekomen J. Fellis 21 oktober 1859 om schorsing van Het arrest van geregtshof in de zaak van Mozes, Henriques, Cotino jr. Co. A.Goedschalk wed. Barkheim."

Uit Journaal 1859(3de kwartaal):
"Mozes Henriques Cotino jr., als vader en wettig voogd over zijn minderjarige kinderen Salomon Cotino en Aron Cotino."

Uit Journaal 1859(4de kwartaal):
"Op 21 oktober 1859 van J.Fellis zich noemende Generale en speciale gemachtigde van Migael Goedschalk weduwe van wijlen I.I. Darkheim waarbij hij, substantie verzoekt, dat door Den Gouverneur worde geschorst
A. De loop van een voor Het geregtshof aanhangig regtsgeding tegen Mozes Henriques Cotino jr. in hoedanigheid van vader en voogd over zijne minderjarige kinderen Salomon en Aron Mozes Cotino als eischer en (De voornoemde) Migael Goedschalk weduwe Darkheim als gedaagd enz."

Uit Protocol no 167-173 en journaal 1861(2de kwartaal)
16 mei no 6 (613/6 - De Gouverneur de kolonie Suriname):
"Gelezen hebbende het advies van een bewijs van onvermogen, vrijstelling verzocht van de betaling van verschuldigde Hoofdgelden voor zes slaven bekend staande ten name van Den Boedel Rachel, H, Cotino, geboren Torres.
Gehoord Den Administrateur van Financin"

"Heeft goed gevonden en verstaan:
De verzocht vrijstelling te verlenen, onder opmerking aan den adressant dat hij voortaan aan zijne verplichtingen behoord tevoldoen, en zullen hiervan afschriften worden gezonden aan den waarnemend Adminstrateur van Financin tot informatie en narigt aan den adrissant dispositer."

Uit overlijdingsakte van Mozes Abraham de Vries:
Op 1 maart 1864 tekende Mozes Henriques Cotino, oud 68 jaar, van beroep schrijver, wonende aan de Wagenwegstraat, als getuige bij het overlijden van Mozes Abraham de Vries.

Overleden:
Sur. Courant 1828 no 56:Overleden op 5 juni 1828 de vrije Serie van Meyer
Buitenhuis door het Geneesk. Civiel Dept. begraven.
Is dit Serie??