Cornelis is minstens drie keer veroordeeld tot de Maatschappij van Weldadigheid te Veenhuizen. Vanuit Alkmaar op 28-04-1858, waarna hij op 8 mei 1858 militair werd in het 2e Regiment Infanterie. Vanuit Haarlem op 02-01-1866 en vanuit Rotterdam op 11-01-1871. Er zijn landelijk verschillende rechtzaken geweest, o.a. in Assen in het jaar 1875.
Het ligt voor de hand dat Cornelis en Aaltje elkaar in Veenhuizen hebben ontmoet.